Bandenspanning voor fietsbanden berekenen

1
Eenheid van de wielafmeting?
2
Afmeting van het wiel?

Aanbevolen bandenspanning: bar (komt overeen met psi)

De aangegeven waarden zijn richtwaarden en hebben betrekking op een fietser van 75 kg zonder bagage. Per extra kilo raden we een hogere luchtdruk aan van ongeveer 1%. De richtwaarden variëren naargelang de bandsoort en bouwstijl van de fiets.

Opgelet: Er mag niet van de grenswaarden die op de banden zijn aangegeven worden afgeweken!

Waarom de juiste bandenspanning zo belangrijk is

De band is het enige onderdeel van de fiets dat in contact staat met de grond. Daarom is hij nóg belangrijker dan andere onderdelen voor de fietseigenschappen van een fiets. Maar welke bandenspanning is dan de juiste? Deze vraag kunnen we allesbehalve gemakkelijk beantwoorden, omdat we met vele factoren rekening moeten houden. De bandensoort speelt een net zo grote rol als het gebruik ervan, de keuze van de binnenband en de ondergrond waarop je fietst. Als een fietser erg licht of zwaar is, dan heeft dit ook effect op de bandenspanning, bv. als je nog extra bagage moet transporteren.

Het antwoord van de bandenfabrikanten op de vraag welke bandenspanning de juiste is, varieert enorm. Er bestaan banden met verschillende doorsnedes, diameters en profielen. Hierbij is elke band aangepast aan een bepaald gebruiksdoel.

Het doel van de juiste bandenspanning is om de rolweerstand te verminderen, om optimaal te kunnen sturen, om de banden te beschermen tegen panne en voor meer comfort. Want elke band heeft ook verende eigenschappen. Wie de juiste spanning wil berekenen, moet het gebruiksdoel zo precies mogelijk afbakenen, zich baseren op enkele richtwaarden en vooral met verschillende bandenspanningen experimenteren.

Overzicht: Bandenspanning voor fietsbanden
Lagere bandenspanning Hoge bandenspanning
✓ Meer comfort
✓ Meer grip
✓ Lagere rolweerstand op ruw terrein
✓ Minder kans op panne
✓ Minder slijtage
✓ Lagere rolweerstand op asfalt

Richtwaarden voor de optimale bandenspanning

Bandenmarkeringen op de flank

Informatie over toelaatbare bandenspanning op de flank van de band
Bandenmarkeringen op de flank

Elke fietsband is voorzien van een opdruk op de flank, die meer info geeft over de minimaal en maximaal toegelaten bandenspanning. Toch zijn deze waarden slechts richtwaarden waarbij er normaal gezien niet gefietst mag worden onder of boven deze waarden. Als de werkelijke bandenspanning onder de aangegeven grens ligt, dan kan de rubberen buitenband schade oplopen, omdat hij te veel wordt toegetakeld en er scheuren in de zijkanten komen. Spanning boven de maximale waarde kan de band daarentegen te veel uitrekken en in het ergste geval klappen. De optimale spanning ligt dus ergens tussen deze twee waarden. Nu moet je alleen nog maar uitzoeken waar precies.

ADFC-tabel voor standaard wielen

De Allgemeine Deutsche Fahrrad-Club e.V. (ADFC; Algemeine Duitse Fietsclub) heeft een tabel gemaakt waarop de fietsers zich kunnen oriënteren. Hier (in het Duits) vind je de tabel online. Daar wordt duidelijk dat zowel de maat als de diameter en het gebruiksdoel een invloed hebben op de spanning.

De ADFC richt zich met deze waarden tot diegenen die hun fiets in het dagelijkse verkeer gebruiken, die toeren fietsen en die eventueel ook met hun racefiets rijden. Wie tot deze groep behoort, zit goed met de bovengenoemde waarden en kan daarna nog altijd beslissen of hij zijn fiets wil verbeteren.

De tabel toont de verschillende bandenspanningen voor voor- en achterwiel. Dit is met een gegronde reden: terwijl het voorwiel minder belast wordt, moet het achterwiel het lichaamsgewicht van de fietser en eventueel nog extra bagage dragen en daardoor veel meer verdragen. Daarom heeft deze band normaal gezien een iets hogere bandenspanning.

Richtwaarden voor bepaalde bandbreedte in mm

Richtwaarden voor de bandenspanning
Bandbreedte (mm) Luchtdruk (bar)
20 9,0
23 8,0
25 7,0
28 6,0
30 5,5
32 5,0
35 4,5
37 4,5
40 4,0
42 4,0
44 3,5
47 3,5
50 3,0
54 2,5
57 2,2
60 2,0

De volgende tabel toont richtwaarden met hoeveel bar welke fietsbanden opgepompt kunnen worden. We gaan altijd uit van een fietser met een lichaamsgewicht van 75 kg. Per extra kilo (ook bagage) kan de luchtdruk met ongeveer 1% worden verhoogd, bij minder gewicht met 1% verlaagd. Rekening houdend met andere factoren, zoals de ondergrond, kun je steeds meer in de buurt komen van de optimale spanning.

Opgelet: Er mag niet van de grenswaarden die op de banden zijn aangegeven worden afgeweken!

De invloed van de ondergrond

De ondergrond heeft het meeste invloed op de keuze van de juiste spanning. Wordt de fiets voornamelijk op straat gebruikt? Of moet hij op veldwegen rijden? Een speciaal geval zijn de rasechte mountainbikes, waarbij de ondergrond nog veel complexer is.

Op gladde fietswegen als asfalt is de voorkeur van de spanning nogal eenvoudig. Voor goede straten zonder gaten is een spanning aan het maximum van de waarden op de flanken perfect. De rolweerstand verlaagt en het wiel rolt vlotjes met veel stuwkracht. Zodra er sprake is van gaten en stoepranden, wat in het dagelijkse leven vaak het geval is, moet de spanning worden verlaagd. Want elk wiel heeft verende eigenschappen die naargelang de spanning beter of slechter kan zijn. Helaas betekent een lagere spanning ook een hogere rolweerstand op gladde fietswegen.

Weinig grip bij hoge bandenspannin
Weinig grip bij hoge bandenspannin
Meer grip bij lagere bandenspanning
Meer grip bij lagere bandenspanning

Ook grindpaden zijn moeilijk. Naargelang de effenheid van de kiezels kan een lagere spanning het comfort voor de fietser verhogen, omdat de band dan meer op de ondergrond kan veren. Minder spanning verhoogt waarschijnlijk een panne, bv. als je door een gat rijdt en een steen door de buitenband de binnenband raakt en deze perforeert.

Als je vaak op grind moet rijden, dan kun je beter voor een lagere spanning kiezen. Als de band dan toch doorslaat, dan moet de spanning geleidelijk worden verhoogd, tot de panne uitblijft. Nog een negatief puntje bij een lagere spanning is de hogere rolweerstand op gladde asfaltwegen. Terwijl de rolweerstand op grind bij lage spanning daalt, omdat stenen weggeduwd worden in plaats van dat je erover hobbelt, verhoogt ze op gladde wegen, omdat de banden verder inzinken en vervormen.

Speciaal geval voor toerbanden

Toerbanden zijn erg veelzijdig, ze worden op verschillende ondergronden gebruikt. Terwijl vele toeren op goede asfaltwegen gereden worden, gaan andere dan weer over grindwegen met scherpe stenen. Zelfs fietsexpedities naar de Himalaya of naar de IJslandse woestijn komen niet zelden voor bij dit soort fietsbanden.

Een ander probleem bij het bepalen van de juiste spanning is de druk die op de banden rust. Hier speelt niet alleen het gewicht van de fietser een belangrijke rol, maar ook het gewicht van de bagage. Op lange trekkingtours met tenten en eventueel voedsel voor meerdere dagen kan de bagage al snel meer dan 20 kilo wegen. Ook bij een hoog totaalgewicht (fietser + fiets + bagage) moeten de banden nog gemakkelijk kunnen ronddraaien, comfort bieden en alle tegenslagen van de fietswegen verbergen, zonder in panne te vallen.

Ook bij toerbanden zijn de invloedfactoren erg veelzijdig. Geen enkele fietser kan tenslotte uitvoerige testen vermijden. Daarbij kan de informatie van de fabrikant een eerste tip zijn met welke spanning je kunt beginnen fietsen. De spanning kun je ook niet bij elke tour meteen bepalen, het soort ondergrond speelt ook een rol voor de spanning.

Factor gewicht

Hoe hoger het systeemgewicht is (fiets + fietser + bagage), hoe hoger de bandenspanning moet zijn. Dit heeft twee redenen: enerzijds worden de banden door het extra gewicht sterker samengedrukt en rollen ze ook slechter. Anderzijds is voornamelijk de achterband kwetsbaarder voor doorslagen. De reden hiervan is dat een groot deel van het systeemgewicht op de achterband steunt, waar de voornaamste last van de bagage zit.

Factor bandenmaat

Bij toerbanden wordt een erg grote bandbreedte van bandtypes gebruikt. Een Slick van 30 mm, trekkingbanden, dikkere ballonbanden of zelfs in speciale gevallen fatbike banden. Deze banden hebben uiteraard verschillende bandenspanningen. In het algemeen geldt: hoe dunner een band, hoe hoger de spanning en omgekeerd. Een dunnere straatband wordt zoals bij een racefiets gevuld met 6-8 bar (zie hiervoor ook onze calculator voor de optimale spanning bij racefietsen), bij fatbike-banden is een spanning van 0,5 bar voldoende. Deze gevallen zijn echter extreem en vormen de boven- en ondergrens van spanning. Voor normale trekkingbanden wordt meestal een spanning tussen 3 en 4 bar gekozen. Daarbij kan de achterband met 0,2 - 0,5 bar harder dan de voorband worden opgepompt, als er veel gewicht op het achterwiel steunt.

Rolweerstand verminderen zonder doorslagen te veroorzaken

Die Kunst bei der Ermittlung des korrekten Luftdrucks für Vorder- und Hinterreifen besteht darin, den Rollwiderstand zu minimieren, den Komfort zu maximieren und die Gefahr einer Panne so gering wie möglich zu halten. Dabei gilt: Je gröber der Untergrund, desto geringer sollte der Reifendruck ausfallen, um den Rollwiderstand gering zu halten. Der Reifen kann dann Steine in sich aufnehmen, anstatt über sie drüber rollen zu müssen. Doch Achtung: Wird der Luftdruck zu gering, steigt die Gefahr eines Durchschlags immens. Bei glatten Fahrbahnbelägen darf der Reifendruck bedenkenlos an der oberen Grenze dessen liegen, was der Hersteller auf der Flanke angibt, um den Widerstand zu minimieren.

Voldoende bandenspanning zorgt voor doorslagbescherming
Voldoende bandenspanning zorgt voor doorslagbescherming
Doorslag op de velg bij te lage bandenspanning
Doorslag op de velg bij te lage bandenspanning

Aanduidingssystemen voor bandenmaten

De maat van de fietsband is niet alleen belangrijk om de bandenspanning te bepalen. Om de juiste bandenspanning te bepalen, komt er nog bij dat voor de informatie van de bandenmaat verschillende aanduidingssystemen worden gebruikt.
Klassieke systemen geven de buitendiameter van de band aan in inch of millimeter en combineren deze met de bandbreedte. Nieuwe ontwikkelingen in de fietssector hebben de informatie geclassificeerd en wijken vaak van de werkelijke maten af. Het ETRTO-systeem, waar ook het International Standardization Organization (ISO) zich op gebaseerd heeft, werd vervolgens als universeel systeem ingevoerd. Deze bestaat uit de twee componenten bandbreedte en buitendiameter van de band, waarbij de binnendiameter van de band (bv. 622 mm) het resultaat is.

Bandenmaten in inch

Een standaard oriënteringsmaat bij de aanduiding van de bandenmaat is de buitendiameter van de band in inch. Hoeveel inches bij welke fietsen worden gemeten, toont de onderstaande tabel.

Standaard bandenmaten in inch
Buitendiameter van de band Toepassing
24'' Kinderfietsen
26'' Mountainbikes, elektrische fietsen
27'' minder relevante wielafmetingen
27,5'' Mountainbikes (marketingbegip voor nieuwe Franse maat 650B)
28'' Racefietsen, stadsfietsen, tourfietsen
29'' Mountainbikes (nieuwe bandenmaat), cyclocrossfietsen

Frans systeem

Het klassieke Franse systeem is metrisch en bestaat uit de twee componenten: de buitendiameter van de band en een ordinaal systeem voor de aanduidingen van de bandbreedte van A voor smal tot D voor breed. Doordat er smalle bandenmaten geproduceerd worden voor velgen die vroeger enkel voor brede banden geschikt waren, zijn de normen voor de bandbreedte sterk gerelativeerd.

Standaard bandenmaten in Franse maat
Frans ISO Toepassing
700A 642 mm geen
700B 635 mm Handremmen toerfietsen
700C 622 mm Racefietsen, hybride fietsen, 29"
700 D 587 mm oudere GT bicycles
650 A 590 mm komt overeen met 26 x 1 3/8
650 B 584 mm Franse stadsfietsen, tandems, toerfietsen, nieuwere mountainbikes
650 C 571 mm Triathlon, baanfietsen, racefietsen voor kleine fietsers
600 A 540 mm Europese jeugdfietsen, rolstoelen
550 A 490 mm Europese jeugdfietsen
500 A 440 mm Europese jeugdfietsen, vouwfietsen
450 A 390 mm Europese jeugdfietsen
400 A 340 mm Europese jeugdfietsen
Direct €5 korting
op je volgende bestelling
Nee, dankjewel.