Looptijd berekenen
Netto-looptijd: ongeveer aantal uren
Daadwerkelijke tourduur: ongeveer aantal uren
Let op: de aangegeven tijden zijn richtwaarden voor wegen zonder speciale technische of weersgerelateerde problemen! Pauzes voor materiaalvervanging (b.v. aan- en afdoen van klimgordels of stijgijzers) moeten ook nog meegerekend worden.
"De top komt na de laatste bocht, we zijn er bijna." Een van die zinnetjes die bij het wandelen af en toe grote ergernis kunnen veroorzaken. Want meestal betekent "we zijn er bijna" dat er nog een uur flink geklommen moet worden. Maar niet alleen om eventuele ergernis te voorkomen is het goed om te weten hoelang een tour, klim of daling eigenlijk in beslag neemt. In onderstaande bijdrage willen we nader toelichten hoe je een berekening uitvoert en hoe onze rekenmachine functioneert.
Berekening van de looptijd tijdens de tour
Een realistische inschatting van de looptijden is vooral bij tours in afgelegen en onbekende streken een belangrijk veiligheidscriterium. Zomaar beginnen kan er heel snel toe leiden dat je plotseling in de situatie verkeert, dat je bij het invallen van de schemering nog lang niet op je bestemming bent. En waar was die hoofdlamp ook al weer? Dat is inderdaad een extreem voorbeeld, maar iedereen heeft het misschien een keer in zijn bergleven meegemaakt.
Inmiddels hebben twee berekeningsmethodes zich bewezen. De meest gebruikte variant staat ook in de door de Duitse Alpenvereniging (DAV) gebruikte DIN-norm 33466. Deze houdt in dat een wandelaar 300m per uur bij het klimmen, 500m bij het afdalen en ongeveer 4km op vlak terrein aflegt. De kleinere waarde die uit de berekening van de verticale afstanden volgt, wordt dan telkens gehalveerd en bij de twee anderen opgeteld. De tweede formule is van de Zwitserse Alpenvereniging (SAC) en gaat telkens uit van een klim van 400m en een afdaling van 800m per uur en eveneens van 4km over vlak terrein. De Zwitsers maken het dus een beetje aantrekkelijker. Onze rekenmachine is gebaseerd op de DIN-norm en heeft voor sportieve wandelaars nog een kleine veiligheidsbuffer ingebouwd, die een pauze van ongeveer 5 minuten per uur toestaat.
Fitness | klim (hoogtemeter) | afdaling (hoogtemeter) | afstand (kilometers) |
---|---|---|---|
Gemiddelde (DAV-norm) | 300 | 500 | 4,0 |
Getraind (SAC-norm) | 400 | 800 | 4,0 |
Prof | 600 | 1000 | 6.0 |
Gemiddelde (toerskiën) | 300 | 1200 | 4,0 |
Een praktisch voorbeeld: onze tour gaat telkens 1200m omhoog en omlaag en is 10km lang. Volgens de DIN-formule bedraagt de totale tijd voor de tour 7.40 uur, waarbij voor de klim 4.40 uur en voor de afdaling 3 uur afgetrokken worden.
Hou er wel rekening mee dat het hierbij om de zuivere looptijd gaat. Uiteindelijk zijn de pauzes in de Alpenhut of het vervangen van de uitrusting (b.v. klimgordel of stijgijzers) nog niet meegerekend. Ook de klimgedeeltes zijn nog niet inbegrepen.
Vergeet de pauzes en de reservetijd niet!

Bij vrijwel elke wandeling, berg- of trekkingtour worden vroeg of laat pauzes ingelast. Deze moeten natuurlijk ook in de totale tijd meegenomen worden. Daarom moet er per uur nog zo'n 5 à 10 minuten bijgeteld worden. Als we van bovengenoemd voorbeeld uitgaan zou er nog zo'n 40 minuten extra erbij komen. De uitrusting omdoen of de touwen vastmaken kan bovendien soms aanzienlijk meer tijd in beslag nemen, vooral bij onervaren bergsporters.
Dan zijn er natuurlijk ook nog de onvoorziene factoren zoals het weer of onduidelijkheden over het traject. Daarom moet er bij een dagtour nogmaals reservetijd van een uur ingecalculeerd worden. Zo kwamen we in onze voorbeeld-tour op een totale tijd van 9.20 uur. Dat wordt dus vroeg opstaan!
Elektronische hulpmiddelen ter ondersteuning
In een tijd waarin de GPS-apparaten steeds meer de plaats innemen van analoge kaarten en sporthorloges de polsen van bergsporters sieren, kun je de looptijd ook tussendoor beter inschatten. Als je het traject opslaat, tonen sommige minicomputers een gemiddelde snelheid bij het wandelen. Omdat dit natuurlijk ook voor een vlak traject geldt, is ze voor tours in het hooggebergte minder goed geschikt.
In streken met steile stukken waar het lang bergop gaat, kan de verticale snelheid daarom een goede aanwijzing zijn voor de tijd die je nodig hebt om de top te bereiken. Ze geeft de hoogtemeter aan hoeveel je per minuut of seconde aflegt. Als je dus weet op welke hoogte je je bevindt, wat doorgaans ook door het horloge of het GPS-apparaat aangegeven wordt, en je weet hoe hoog de top is, dan kun je ongeveer berekenen wanneer je top bereikt, als je in hetzelfde tempo doorwandelt. Echt betrouwbaar is deze informatie echter alleen met een barometrische hoogtemeter omdat GPS-sensoren in de bergen aanzienlijk kunnen afwijken.
Overschat het niet!
Het zou nu eigenlijk duidelijk moeten zijn dat de hier aangegeven tijden slechts zeer globale richtwaarden zijn en bovendien met een zeer conservatieve rekenmethode tot stand gekomen zijn. Getrainde bergsporters zullen er waarschijnlijk duidelijk onder zitten. Toch moet je ze niet overschatten. Er zijn genoeg factoren die tijd kosten en daarom is een tijdbuffer vaak een goed idee.