Wandelen, bergwandelen, langeafstandswandelen, nordic walking, trekking, hiken, speedhiken, backpacken, fastpacking: het zijn allemaal termen die min of meer hetzelfde beschrijven, namelijk het wandelen in de natuur. Waarom bestaan er zoveel verschillende woorden om deze toch vrij simpele, maar mooie activiteit uit te drukken? Wat is het verschil tussen al deze “disciplines”? Zijn er überhaupt significante verschillen? Precies deze vragen wil ik in dit blogartikel beantwoorden en daarom neem ik verschillende disciplines onder de loep. Ik beperk me hierbij tot activiteiten waarbij wordt gewandeld zonder uitrusting aan de voeten (dus zonder sneeuwschoenen of ski’s).
Wandelvarianten
Outdooractiviteiten te voet worden steeds populairder en ook steeds gevarieerder. Het aanbod reikt van een eenvoudige wandeling op de Veluwe tot meerdere weken wandelen in het Karakoram-gebergte in Centraal-Azië. De varianten verschillen qua duur, geografische ligging en qua inspanning en moeilijkheid. Een ander onderscheidend criterium voor het categoriseren van wandelactiviteiten in de natuur is de benodigde uitrusting. Daarnaast kunnen de redenen om op pad te gaan als een onderscheidend kenmerk worden gezien. Terwijl de een gewoon wil genieten, wil de ander sportieve doelen behalen en bij weer iemand anders spelen levensbeschouwelijke motieven een rol. Deze laatste religieus-spirituele beweegredenen zetten mensen ertoe aan om op pelgrimstocht te gaan. Met de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela zijn deze tochten een massaverschijnsel geworden.
Omslachtig Nederlands en coole anglicismen
Dat tegenwoordig elke variatie van wandelen in de natuur een eigen soortnaam krijgt, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat we als mensen graag categoriseren. En ook de marketing van de toerisme- en outdoorindustrie is niet geheel onschuldig, want bij een breed scala van activiteiten hoort natuurlijk ook een breed scala van uitrusting en producten. Daarnaast zien we vele anglicismen.
De linguïstische diversiteit leidt echter wel regelmatig tot vage termen die niet altijd één op één kunnen worden vertaald. Dat verklaart ook waarom er een wirwar aan termen wordt gebruikt als het over wandelen gaat. Veel woorden worden overgenomen uit het Engels. Zo wordt er tegenwoordig gesproken over „hiking” en “trekking”, maar weet niemand eigenlijk goed wat het verschil is.
Bovendien komen er steeds meer termen bij. Naast “trekking”, “hiking” en “walking” spreekt men ook van “backpacking” en “fastpacking”. Backpacking omvat bijvoorbeeld het onderweg zijn met vervoersmiddelen, terwijl fastpacking niets meer is dan “wandelen”, alleen met een rugzak. Maar wacht, als je wandelt heb je toch ook vaak een rugzak op je rug? Dus wat hebben al die verschillende aanduidingen dan nog voor zin? Meestal is het een kwestie van regio- en landspecifiek gebruik van bepaalde begrippen.
Hiking = wandelen
Hiking en wandelen zijn in ieder geval twee termen die voor dezelfde activiteit worden gebruikt. Beide beschrijven dagtochten met een dagrugzak (volume tussen 20-30 l), waarbij je ‘s avonds meestal weer teruggaat naar een vaste slaapplaats.
Wandelen
Wandelen is in het Nederlands een algemeen gebruikte term. Je kunt een wandelingetje maken in de buurt, maar net zo goed meerdere uren wandelen in de natuur. Wandelen kan overal: in het bos, op het strand, langs de rivier of waar dan ook. Voor verschillende wandelvormen bestaan nog aparte vormen, waarvan hieronder een aantal uitgebreider worden genoemd.
Bergwandelen
Hier zit de definitie al in het woord, want het gaat om wandelen in bergachtig terrein. Bij bergwandelen loop je meestal over gemarkeerde of in ieder geval gemakkelijk herkenbare paden, die meestal zonder te hoeven klimmen begaanbaar zijn. Passages waar geen pad loopt zijn meestal kort.
Het verschil tussen bergwandelen en bergbeklimmen is niet heel duidelijk afgebakend. Pogingen om tochten te definiëren aan de hand van individuele criteria zoals hoogte en hoogteverschillen leveren weinig op, omdat ze nooit recht kunnen doen aan de verscheidenheid van landschappen en mogelijkheden om tochten te plannen. Tal van andere criteria, zoals de benodigde uitrusting, de duur, de planning of de eisen die worden gesteld aan de conditie, het oriëntatievermogen en het niet hebben van hoogtevrees, zouden dan ook moeten worden meegenomen en vergeleken. Hier kan je alleen zeggen dat al deze criteria “een tandje hoger” moeten worden gezet dan wanneer men “gewoon wandelt”.
Het aanbod aan bergwandelingen is zeer groot. Zo kan je wandelen over brede bospaden naar een alpenweide in de Voor-Alpen, maar kan je je ook wagen aan een beklimming van een ijsvrije top op 3000 meter in de hoofdkam van de Alpen. Er zijn vele variaties, zoals een hoogtewandeling, die op grotere hoogte plaatsvindt zonder sterke hoogteverschillen of een traverse, die meestal van de ene hut naar de volgende voert.
Trekking
Een trektocht is een langere route met meer bagage. Het Engelse woord “trek” staat voor “mars”, „wandeling” en verschillende soorten reizen te voet. Het woord “trekking” wordt door het Cambridge Dictionary als volgt gedefinieerd: “De activiteit waarbij lange afstanden te voet worden afgelegd voor het plezier.”
Daarmee zou “trekking” weinig verschillen van “hiking”. Toch valt er nog iets meer over te zeggen. Bij trekking leg je een langere afstand af met meer bagage. Het verschil zit hem dus tenminste in de duur en de uitrusting.
En er zijn meer verschillen aan te wijzen, zoals op het gebied van voortbeweging en vervoersmiddelen. Trekking wordt vaak aangeduid als een meerdaagse reis te voet of met eenvoudige, door spierkracht aangedreven voertuigen zoals een kano of fiets, meestal met bagage.
Het doel kan ook dienen als een verder onderscheidend kenmerk. Afgelegen, dunbevolkte gebieden met ongerepte natuur en traditionele cultuur zijn de favoriete bestemmingen voor trektochten. Dit komt overeen met het klassieke idee van trektochten als een soort voorstadium van expedities in afgelegen gebieden ver van de beschaafde wereld. Naast een slaapplaats (in de vorm van een tent) wordt ook vaak een grote hoeveelheid proviand vervoerd.
Trekking leidt mensen dus naar landen die ver van de Alpen liggen, zoals Nepal of Canada en zich verder van de “beschaving” bevinden dan het klassieke wandelen. En aan het feit dat je veel meer bagage bij je hebt en ook nog eens de echte wildernis doorkruist.
Langeafstandswandelen
Langeafstandswandelen betekent, zoals de naam al aanduidt, het wandelen van lange afstanden. In Nederland en België gaat het meestal om wandelingen van minstens 150 km die door meerdere provincies lopen. Voorbeelden hiervan zijn het Pieterpad, een wandelroute die van Groningen naar Limburg loopt en zo’n 500 km beslaat, en het Grenslandpad langs de Nederlands-Belgische grens. Langeafstandswandelingen zijn meerdaagse wandeltochten en de route wordt opgedeeld in verschillende etappes. Je kunt deze achter elkaar lopen, maar er zijn ook mensen die elk weekend of elke maand een stuk lopen.
Pelgrimstocht
Langeafstandswandelen, maar dan met spirituele beweegredenen. Zo zou je het afleggen van een pelgrimsroute kunnen omschrijven. Vooral de Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela, met sfeervolle landschappen en vele herbergen, trekken langeafstandswandelaars van over de hele wereld aan. De beroemdste daarvan leidt van de Pyreneeën naar het graf van de apostel Jacobus in Santiago de Compostela.
Speedhiking
Speedhiking is een intensieve vorm van wandelen. Er wordt gebruik gemaakt van stokken en lichte uitrusting, omdat er wordt gewandeld in uitdagend terrein. De stokken worden gebruikt om het lichaam te stabiliseren en de spieren van het bovenlichaam te versterken.
Aanvankelijk werd speedhiking vooral beoefend als compenserende sport of als trainingsmethode voor andere bergsporten zoals toerskiën of trailrunning. De laatste jaren wordt het toch steeds meer als een volwaardige sport gezien, waarmee je zeer goede conditie- en coördinatievaardigheden kan ontwikkelen. Bovendien past speedhiking in de huidige ultralighttrend. Ook bestaan er inmiddels wedstrijden voor speedhiking, met verschillende afstanden en moeilijkheidsgraden voor het groeiende aantal atleten van verschillende niveaus.
Nordic walking
Op het eerste gezicht lijkt nordic walking misschien wel hetzelfde als speedhiking, want ook bij deze manier van wandelen ligt de nadruk op het gebruik van stokken en wordt het wandeltempo opgevoerd. Nordic walking gaat echter bijna nooit gepaard met veel hoogtemeters of bijzonder lange afstanden. Ook het terrein waarop gewandeld wordt en het tempo verschillen. Het gaat er bij nordic walking rustiger aan toe. Nordic walking zit dus tussen wandelen en joggen in en wordt ook weleens power walking genoemd.
Gezondheid en gezelligheid staan bij nordic walking voorop. Hoewel het een tijd een echte trendsport is geweest, kom je in de bossen niet zoveel jonge beoefenaars tegen en wordt de sport met name veel beoefend door oudere mensen. Nordic walking is geen bergsport. Voor veel nordic walkers spelen gezondheidsaspecten en gezelligheid een belangrijke rol.
Fastpacking
Net als bij speedhiking gaat het er ook bij fastpacking om ultralight te reizen. Je neemt dus minimale bagage mee tijdens je tocht. Fastpacking is een combinatie van (speed)hiking, trekking en trailrunning. Het motto hier is “snel en lang”. Dit betekent dat je meerdere dagen wandelt door afgelegen berggebieden, over ruige bergtoppen en bergketens. Idealiter breng je de nacht door in een bivakzak of gewoon in de open lucht.
Fastpacking is niet voor de onervaren bergbeklimmer, want minimalisme vereist een gevorderde training en een geroutineerd, maar ook creatief gebruik van de uitrusting. Je wandelt snel en licht. Daarbij is het ook nog de bedoeling om de totale inspanning te minimaliseren, zonder de veiligheid en het comfort te verwaarlozen.
Creatieve en exotische vormen
Geocaching is een speurtocht voor jonge en jong gebleven avonturiers. De technische opdrachten met een GPS-apparaat geven een extra kick die zelfs mensen die niet de grootste wandelfans zijn, overtuigt om eropuit te gaan. Het GPS-apparaat helpt bij het vinden van de “caches” (schatten), die inmiddels overal in de bergen verborgen liggen. Dus met geocaching wordt (berg)wandelen ook voor spelletjesfanaten leuk.
Blotevoetenwandelen voegt niets toe aan het wandelen, maar neemt juist iets weg, namelijk de schoenen. Wat voor sommigen een verschrikking lijkt, is voor anderen bevrijdend! Beginners kunnen het beste een korte afstand lopen op een geschikte ondergrond (gras, zand of aarde). Natuurlijk heb je altijd de mogelijkheid om onderweg je meegebrachte schoenen weer aan te trekken.
Zoals je ziet, wordt de lijst van “wandelachtige activiteiten” steeds langer. En aangezien wij mensen onvermoeibaar zijn als het gaat om het uitvinden van nieuwe outdooractiviteiten, hoeven we vast niet lang te wachten op de volgende ongewone wandeldiscipline die aan de lijst zal worden toegevoegd. Wordt vervolgd dus!