De Continental Divide Trail is een langeafstandswandelroute in de VS. De trail wordt ook wel de Continental Divide National Scenic Trail genoemd. Deze loopt van de Mexicaanse grens langs de Rocky Mountains door de staten New Mexico, Colorado, Wyoming, Idaho en Montana tot aan Canada. Samen met de Pacific Crest Trail (PCT) en de Appalachian Trail (AT) vormt de CDT een van de drie iconische trails voor langeafstandswandelaars in de VS: de zogeheten Triple Crown of Hiking. De trail is vernoemd naar de Continental Divide, de continentale waterscheiding van Noord-Amerika. Deze natuurlijke grens scheidt, eenvoudig gezegd, de rivieren die ofwel westwaarts in de Stille Oceaan of oostwaarts in de Atlantische Oceaan uitmonden. De Continental Divide Trail ligt over het algemeen erg afgelegen. De vijf staten waar de trail doorheen loopt zijn samen vele malen groter dan Nederland, maar tellen samen nog geen 12 miljoen inwoners.
De Continental Divide Trail is ongeveer 3000 mijl (4700 km) lang. Ik heb de hele route van zuid naar noord in één keer gelopen. Hoeveel kilometer ik daadwerkelijk heb afgelegd, durf ik niet precies te zeggen. Het idee dat de CDT een ononderbroken wandelpad is – klopt namelijk niet – en dat geldt eigenlijk voor alle langeafstandswandelroutes. De CDT is eerder een netwerk van wandelpaden, onverharde wegen, voetpaden en soms zelfs trajecten die niet als routes te herkennen zijn. Ik zou zelfs willen beweren dat geen twee wandelaars exact dezelfde route lopen. Hoewel er een officiële bewegwijzering bestaat, verandert die van tijd tot tijd. Er zijn dan ook veel goede redenen om een andere route te kiezen – bijvoorbeeld omdat een alternatieve route mooier, gemakkelijker of korter is.
New Mexico – Het startpunt van de CDT
Mijn reis begint op 19 april 2022 in de kleine stad Lordsburg in het zuiden van New Mexico. Van daaruit volgt een rit van drie uur naar het startpunt van de Continental Divide Trail aan de Mexicaanse grens. Een paar dagen later keer ik terug naar Lordsburg – dit keer als mijn eerste ’town stop’, mijn eerste bevoorradingspost. In dit kleine plaatsje komt je veel andere wandelaars tegen. Sommigen dragen nog schone kleren en hebben een frisse glimlach op hun gezicht, terwijl bij anderen de 85 mijl al duidelijk te zien is. Lordsburg ligt op 1300 meter hoogte, het laagste punt van de hele trail.
De eerste 1200 kilometer van de CDT loopt door de woestijn van New Mexico en wordt vaak de opwarmfase genoemd. Het hoogteprofiel in dit deel is nog relatief mild vergeleken met de Rockies, maar de woestijn kent zijn eigen uitdagingen. Aan het begin van de tocht ben je fysiek gezien op je zwakst. En juist dan krijg je te maken met hete dagen, koude nachten, weinig water en nauwelijks schaduw. Je moet veel water meesjouwen en dat kost kracht.
Maar na mijn wandeling op de Pacific Crest Trail, vier jaar daarvoor, is dat voor mij niets nieuws. Ik schakel meteen terug in mijn vertrouwde trekking modus: water filteren, tent opzetten, blaren verzorgen – het hoort er allemaal bij. Ik ken de voordelen van woestijnwandelingen en kan er zelf echt van genieten. Het regent zelden, dus je kunt relaxed zonder tent slapen onder een schitterende sterrenhemel. Voor mij als Midden-Europeaan heeft de woestijn een bijzondere charme. Je komt allerlei interessante planten en dieren tegen die je in Europa niet ziet – zooals de beruchte ratelslangen. Al na een paar dagen sta ik oog in oog met een volgroeid exemplaar.
Vroegtijdige blessurepauze: het vroege einde van mijn langeafstandswandeling?
Mijn euforie van het begin is helaas van korte duur. Al na een week merk ik de eerste tekenen van een blessure: hevige pijn in mijn scheenbeen. Ik had me nog zo voorgenomen om rustig te starten en niet meteen 20 mijl per dag te lopen. Maar steeds liep ik weer iets verder – naar het volgende waterpunt, een betere plek om te overnachten of gewoon tot de volgende plaats. Ik negeer de pijn te lang en vertrouw op ibuprofen, wat onder hikers ook wel liefkozend ‘vitamine I’ wordt genoemd. Maar na 3 weken is de pijn niet meer uit te houden en moet ik noodgedwongen stoppen. Was dit het einde van mijn avontuur? Was mijn voorbereiding voor niets geweest? Gelukkig niet. Na zeven lange dagen rust in Pie Town, New Mexico, begint mijn scheenbeen eindelijk te herstellen. En ik kan weer verder.
Mijn onvrijwillige stop had ook een onverwacht voordeel: ik heb tientallen andere wandelaars van over de hele wereld leren kennen. Velen van hen ben ik de maanden daarna opnieuw tegengekomen. Maar van de meesten weet ik hun echte naam niet eens. Op de langeafstandspaden in de VS is het traditie om een trailnaam te krijgen een bijnaam die je van andere wandelaars krijgt en die je identiteit op het pad wordt.
Routewijziging door bosbranden
Na nog een week door de woestijn komt het volgende slechte nieuws: vanwege het acute risico op bosbranden is het verboden om grote delen van het bos langs de Continental Divide Trail te betreden. Na slechts 500 mijl in New Mexico zit mijn tocht daar erop en moet ik honderden kilometers overslaan. Alsof dat nog niet genoeg was, is er ook nog een sneeuwstorm voorspeld in de San Juans in Colorado. Daarom besluit ik spontaan om een omweg te maken naar de Arizona Trail, in de aangrenzende staat. Een week lang wandel ik richting de Grand Canyon. Daarna loop ik via de directe weg naar Chama, de laatste plaats in New Mexico. Daar begint het deel van de CDT waar ik het meest naar heb uitgekeken.
Colorado – CDT highlights en onweersbuien
Al op de allereerste dag in Colorado stijgt het pad naar 3000 m. Op de eerste top van de San Juans laat ik mijn blik vol verwachting over het landschap dwalen. Mijn bergvriendenhart gaat sneller kloppen: besneeuwde toppen zover het oog reikt! Tijdens de volgende duizend kilometer blijft het pad onafgebroken op meer dan 2500 meter, dwars door de schijnbaar ongerepte natuur van de Rocky Mountains. In plaats van slangen en reptielen zie ik nu marmotten en adelaars. De beklimmingen zijn pittig, maar de overvloed aan smeltwater betekent dat ik zelden meer dan een liter water hoef mee te dragen.
De CDT onthult hier al snel zijn ruige karakter. De dagen beginnen meestal helder en zonnig., maar in de loop van de dag worden de wolken dikker en steekt er een gure wind op. Vooral in het hooggebergte is het weer onvoorspelbaar en kan het razendsnel omslaan. Zware onweersbuien in de middag zijn eerder regel dan uitzondering. Mijn advies: begin vroeg, zodat je de zware beklimmingen vóór de middag achter de rug hebt. Op een dag hagelt het zo hard dat de omringende bergtoppen wit kleuren. Ik heb meerdere keren aan den lijve ondervonden dat onderkoeling een reëel gevaar is bij trektochten in het hooggebergte. Wanneer je rivieren oversteekt moet je ook erg voorzichtig zijn: door de smeltende sneeuw kunnen kleine stroompjes plotseling veranderen in woeste stortvloeden.
Begin juni ligt er nog sneeuw in de bergen. Soms is de Continental Divide Trail volledig onzichtbaar onder het sneeuwdek. Dit maakt navigeren lastig. Ik herinner me een moeilijke afdaling op een steile noordhelling, waar op sommige plekken nog metershoge sneeuw lag. Mijn wandelmaatje en ik hebben urenlang rondgelopen. Elke poging om een veilige weg van de berg naar het dal te vinden, eindigde bij een diepe afgrond.
Sneeuw, onweer en een hoogtepunt op de trail
Uiteindelijk besloten we af te dalen langs een van de kliffen. Terugkijkend is dit een van de weinige momenten op de Continental Divide Trail die ik als echt gevaarlijk heb ervaren. Gelukkig bleef het daarbij. De sneeuwsituatie was verder goed te overzien. 2022 was een jaar met opvallend weinig sneeuw in juni. Hierdoor kon ik de San Juans zonder ijspikkel en winteruitrusting doorkruisen.
Eerlijk is eerlijk: zelfs sneeuw of onweer kunnen mijn reis door Colorado niet bederven. Bijna elke dag is nog mooier dan de vorige en elk uitzicht is een ansichtkaart. Zelfs de dorpjes in de vallei, waar je afdaalt om proviand in te slaan, liggen soms op 3000 meter hoogte. Ik heb zelden zoveel plezier gehad met thru hiking.
Begin juli bereik ik het letterlijke hoogtepunt van de CDT: een adembenemende graatwandeling leidt van Mt. Edwards naar de top van Grays Peak (4351 m) – het hoogste punt van de Continental Divide Trail. Een paar dagen eerder maakte ik al een mooie omweg naar de nabijgelegen Mt. Elbert, die met een paar meter extra de hoogste is van Colorado’s 58 ‘Fourteeners’ (toppen boven de 14.000 voet (4267 meter). Daarmee is het ook de op één na hoogste berg van de VS buiten Hawaï en Alaska.
In het noorden van Colorado krijg ik een déjà vu van mijn hike op de PCT vier jaar eerder. Toen wird mijn wandeling door het Yosemite National Park compleet verpest door muggen – en nu overkomt me precies hetzelfde in Rocky Mountain National Park. Mijn motivatie bereikt een dieptepunt. Een paar dagen lang is er geen ontsnappen aan deze kleine pestkoppen. Het mooiste moment van de dag? Dat is zonder twijfel het moment waarop ik ’s avonds mijn tent dichtrits.



Wyoming – Vlakke afwisseling en grizzlyberen
Na 93 dagen en 1500 mijl bereik ik de derde staat op mijn Continental Divide Trail. Met slechts 6 inwoners per vierkante kilometer is Wyoming, na Alaska, de dunst bevolkte staat van de VS. Ter vergelijking: in Nederland wonen gemiddeld zo’n 442 inwoners per vierkante kilometer. De afgelegen ligging van de ‘Cowboy State’ ademt nog steeds de sfeer van het Wilde Westen. En dat merk je – vooral aan de koeien. Overal kom je ze tegen en dit geldt ook voor hun uitwerpselen. Soms moet je je letterlijk een weg banen door kuddes van honderden dieren.
In het zuiden van Wyoming laat je de hoge pieken van Colorado achter je. Kilometer voor kilometer verandert de vegetatie en wordt het landschap droger en kaler. Een paar dagen later bevind ik me in de woestijn van het beruchte Great Divide Basin. Het is heet, er is nauwelijks schaduw en de afstanden tussen de waterbronnen zijn groot. Dit is waarschijnlijk het vlakste gedeelte van de hele Continental Divide Trail – over zo’n 200 kilometer zijn er nauwelijks beklimmingen.
Ik ontmoet wandelaars die de hele etappe in één keer afleggen, maar ik wil geen risico lopen op verdere blessures door overbelasting. Daarom verdeel ik de tocht ontspannen over vier dagen. Ik dacht dat de zware onweersbuien van de bergen nu wel voorbij waren, maar al snel blijkt dat een zware onweersbui op vlak, open terrein zonder beschutting ook geen pretje is. Ik breng de nacht door in een kleine kuil vol koeienmest. Vanuit mijn tent kijk kijk ik naar de de bliksem aan de horizon.
Pretpark en grizzly-territorium
Aan de andere kant van het Great Divide Basin torenen de meer dan 4000 meter hoge toppen van de Wind River Range, kortweg de ‘Winds’, boven alles uit. Van de ene op de andere dag ben je niet langer in de woestijn, maar weer midden in het hooggebergte. Grote delen van dit afgelegen gebergte zijn beschermd natuurgebied. In tegenstelling tot Colorado kom je hier maar weinig dagwandelaars tegen. Dit verbaast me eerlijk gezegd. Want ik voel me hier als een kind in een pretpark. Ik blijf me verwonderen. Door de eeuwen heen hebben erosie en gletsjeractiviteit adembenemende, dramatische hier rotsformaties gevormd die me doen denken aan de Dolomieten.
Bij de Winds verandert er nog iets: ik ben nu in grizzlyterritorium. Zwarte beren kom je overal langs de trail tegen, maar ze zijn meestal schuw en vermijden mensen. Grizzlyberen zijn een ander verhaal. Daarom heb ik vanaf nu berenspray bij me en berg ik mijn eten (en iets anders met een sterke geur, zoals tandpasta) ’s nachts op veilige afstand van mijn tent op. ’s Avonds gezellig eten in de tent zonder mijn slaapzak te verlaten is nu helaas verleden tijd.
Na de Winds volgt direct een ander hoogtepunt van de Continental Divide Trail. Als de lucht naar zwavel ruikt en het water naar zwavel smaakt, weet je dat je het beroemde Yellowstone National Park hebt bereikt. De geothermische bronnen, geisers en de zeldzame wilde dieren zoals bizons en grizzlyberen trekken toeristen van over de hele wereld. De wandelpaden rond het oudste nationale park ter wereld zijn dan ook een stuk drukker dan ik gewend ben.


Idaho/Montana – Wandelpad tussen twee staten
Idaho is een van de vijf staten waar de CDT doorheen loopt, maar eigenlijk wandel je er nooit echt doorheen. In plaats daarvan kronkelt het pad zo’n 600 kilometer langs de grens tussen Idaho en Montana. Dit gedeelte blijkt onverwacht droog en inspannend te zijn. Ik ben inmiddels in goede vorm en probeer elke dag ongeveer 30 mijl (48 km) af te leggen. Toch eisen de vele hoogtemeters en het constante stijgen en dalen hun tol. Om mijn lichaam van voldoende energie te voorzien – meer dan 5000 calorieën of meer per dag – draag ik nu niet één, maar twee voedseltassen met me mee. De zogenaamde ‘hiker hunger’ heeft al lang toegeslagen. Hoeveel ik ook eet, ik zit nooit écht vol.
Ratelslangen en weer bosbranden op de Continental Divide Trail
Het landschap is veelzijdig. Ik wandel door groene weiden en bossen, over bergtoppen en door woestijnachtige steppen. Op een keer stap ik bijna op een ratelslang, die gelukkig net op tijd een hard geratel laat horen om mijn aandacht te trekken. Ik had niet verwacht deze dieren zo ver noordelijk tegen te komen.
Langzaam merk ik ook dat de lucht verandert. Het is bosbrandseizoen in Noord-Amerika. De nevelige waas blijkt geen mist te zijn, maar rook. Soms zie ik de rookpluimen in alle richtingen opstijgen en is de horizon niet meer te herkennen. Zoals zo vaak op de CDT voert het pad ook door kale bossen – gebieden die in voorgaande jaren zijn afgebrand of zijn aangetast door de schorskever.
Montana – De grote finale van de CDT
Montana is de grootste staat langs de CDT en net zo dunbevolkt als Wyoming. In een gebied dat vele malen groter is dan Nederland wonen maar 1,1 miljoen mensen. Buiten de stadjes kom ik nauwelijks nog iemand tegen. In de hoofdstad Helena vervang ik voor de laatste keer mijn schoenen. Ik loop inmiddels op mijn vijfde paar.
Ook voel ik steeds meer dat het einde van de zomer op zijn einde loopt. De dagen beginnen nog met een blauwe lucht en zon, maar in de namiddag slaat de kou toe op een manier die ik zelden heb meegemaakt. ’s Avonds maken mijn medehikers en ik een omweg naar een openbare camping. Hier biedt een toiletgebouw ons beschutting tegen de ijzige wind. Daar brengen we de avond en nacht door. In de bergen heb je bij plotseling weersveranderingen simpelweg niets te willen. De volgende ochtend is er vorst en later op de dag maken we zelfs de eerste sneeuw van het seizoen mee. Er steekt een storm op en binnen no-time is de grond bedekt met een paar centimeter verse sneeuw. We besluiten spontaan een pauze in te lassen, zetten onze tenten op en kruipen rillend in onze slaapzakken. Op dat moment weten we nog niet dat we een paar uur later onze tocht kunnen voortzetten onder een blauwe hemel en stralende zon.
Glacier-National Park – Finale in het wc-huisje
Na 150 dagen op de Continental Divide Trail is het tijd voor de grote finale in het Glacier National Park. Niet voor niets wordt dit gebied de kroon van het continent genoemd. In de brede valleien tussen de rotsreuzen van de Rocky Mountains ontvouwt zich een ongerept landschap met een adembenemende diversiteit aan planten en dieren. Binnen vier dagen zie ik beren, elanden, adelaars en vele andere zeldzame diersoorten in het wild.
De laatste 900 kilometer door Montana vliegen voorbij. Ik heb er maar drie weken voor nodig. Ik leg soms wel 65 kilometer per dag af. Dan breekt de 154e en laatste dag van mijn reis aan en het is geen leuke dag. Terwijl ik de grens met Canada bereik, weet ik niet zeker wat zwaarder weegt: opluchting omdat het eindelijk voorbij is, of verdriet omdat het helaas al voorbij is. Maar één ding is zeker: het waait, regent en is verdomd koud. Gelukkig zien we een wc-huisje bij de grensovergang. En daar zitten we dan met z’n drietjes rond de toiletpot, beschermd tegen weer en wind, terwijl we wachten op onze lift. Een absurd en tegelijkertijd symbolisch einde van een onvergetelijk avontuur op de Continental Divide Trail.