Besteigung Großglockner

Beklimming van de Großglockner in Oostenrijk: normale route en Stüdlgrat

Als hoofd van de bergschool VIVALPIN beklim ik meerdere keren per jaar de Großglockner. Dit samen met mijn gasten en in elk seizoen. De Großglockner, de hoogste berg van Oostenrijk, heeft een bijzondere aantrekkingskracht. Dat komt niet alleen door de hoogte van de berg, maar ook door zijn indrukwekkende en ruige uitstraling. Vanuit elke hoek straalt hij kracht uit en lijkt hij onbereikbaar. Op 28 juli 1800 bereikten Martin en Sepp Klotz samen met Mathias Hautzendorfer voor het eerst de top. Dat was een indrukwekkende prestatie, zeker als je bedenkt dat ze toen nauwelijks uitrusting mee hadden. Er waren toen nog geen stijgijzers, geen touwen, geen berghutten en geen paden. De tocht vroeg dus enorm veel van hun uithoudingsvermogen en moed.
Tegenwoordig is de beklimming een stuk beter georganiseerd. Er zijn drie berghutten van de Alpenvereniging en een bivakbox die als basiskamp kan dienen. In totaal zijn er meer dan 50 routes naar de top. De twee populairste zijn de Normalweg en de Stüdlgrat. Beide routes zijn technisch en fysiek veeleisend. Een goede conditie en ervaring met tochten in het hooggebergte zijn dan ook een must.

Inhoudsopgave

De normale route van Kals naar de Großglockner

Hieronder beschrijven we de standaardroute naar de top van de Großglockner, met de verschillende etappes. Vanaf het startpunt bij het Lucknerhaus tot aan het bereiken van de top, leg je vier belangrijke trajecten af.

Etappe 1: van het Lucknerhaus naar de Stüdlhütte

De meeste klimmers starten hun tocht bij het Lucknerhaus. Dit gasthof ligt in het Nationaal Park Hohe Tauern, op een hoogte van 1.920 meter. Vanaf hier zie je de top al liggen terwijl je via een steil bospad omhoogklimt naar de Lucknerhütte. Daarna volg je een goed gemarkeerd wandelpad naar de Stüdlhütte. Veel mensen overnachten hier, en dat is niet voor niets: op 2.802 meter kun je meestal goed slapen, zelfs als je nog niet volledig geacclimatiseerd bent. Bovendien is de laatste klim naar de top met 1.000 hoogtemeters dan nog goed te doen.

Slagboom met de Großglockner op de achtergrond. Het begin van de Großglockner beklimming
Start van de tocht op de Forststraße die steeds steiler wordt. Het doel voor ogen.

Een alternatief is de Adlersruhe (3.454 m) of de Erzherzog-Johann-Hütte. Dit is de hoogstgelegen berghut van Oostenrijk. Maar let op: Wie hier zonder goede acclimatisatie overnacht, kan last krijgen van hoogteziekte.

Stüdlhütte
De Stüdlhütte ligt lager dan de Erzherzog-Johann-Hütte en is daarom beter geschikt voor klimmers die nog moeten wennen aan de hoogte.

Etappe 2: van de Stüdlhütte naar de Adlersruhe

De volgende ochtend vertrek je vroeg vanuit de Stüdlhütte. Met je hoofdlamp op volg je een smal pad over de steile eindmorene van de Ködnitzkee. Door klimaatverandering is deze gletsjer grotendeels verdwenen, maar de losse ondergrond herinnert aan vroegere tijden. De puinhellingen zijn steil en soms glad, dus hier moet je zeker voorzichtig zijn en goed kijken waar je je voeten neerzet. De Ködnitzkee trekt, zoals de meeste gletsjers bij de Großglockner, jaar voor jaar verder en ook sneller terug.Rond de 3.000 meter is het verstandig om stijgijzers aan te trekken. Alleen bij ideale sneeuwcondities kun je ze achterwege laten. Je kunt ook meteen je klimgordel omdoen.

Topgedeelte van de Großglockner
Het topgedeelte van de berg gezien vanaf de beklimming naar de Adlersruhe (rechts op de sneeuw zijn de bergbeklimmers te zien).

De Ködnitzkees is vlak en heeft weinig spleten. Meestal volg je een breed spoor richting Kampl. Bij veel sneeuw kun je de eerste rotsen links omzeilen via een steile sneeuwhelling. Anders klim je via een spleet in de rotswand naar de via ferrata (moeilijkheidsgraad C). Via afwisselend terrein bereik je uiteindelijk de Adlersruhe. De meeste stukken van de via ferrata zijn eenvoudig (A-B), maar een klettersteigset meenemen is aan te raden. Het is een bijzonder moment: met stijgijzers op het terras van de hut stappen, en even later in de warme eetzaal zitten. Vanaf hier liggen de meeste toppen van de oostelijke Alpenal onder je.

Etappe 3: van de Adlersruhe naar de Kleinglockner

Met stijgijzers aan en gezekerd aan een touw begin je aan de steile klim. Vanuit de Adlersruhe lijkt het haast onmogelijk dat de normale route slechts klimniveau II en hellingen tot 40° kent. Maar de route, die al ontdekt werd in 1800, volgt op een slimme manier de zwakke plekken van de berg. Tot begin augustus ligt er vaak nog sneeuw, en kun je via een goed spoor omhoog naar de Glocknerleitl. Ooit was dit een steile sneeuwgoot, maar door de smeltende sneeuw is het een mix van ijs, puin en rots geworden.

Sneeuwspoor op weg naar de Glocknerleitl
Sneeuwspoor op weg naar de uitdagende Glocknerleitl.

Goed om te weten: de berggidsen van Kals begeleiden elke zomer honderden toeristen naar de top. Zij hebben geprobeerd deze lastige passage met behulp van vaste touwen, ijzeren pinnen en boorhaken veiliger en makkelijker te maken. Toch blijft het een technisch lastig deel van de route, vooral vanaf de zomer. Het vereist ervaring met stijgijzers op ijs en gemengd terrein. Na de Glocknerleitl volgt een spannende klim over stevige rotsen. Zekeringen elke 15 meter wijzen je de weg naar de Kleinglockner. Als het terrein vlakker wordt, ben je bijna bij de top op 3.770 meter.

Besneeuwde bergkam van de Kleinglockner
De besneeuwde bergkam van de Kleinglockner.

Etappe 4: via de Glocknerscharte naar de Großglockner, de beklimming

De Kleinglockner is een smalle graat die vaak bedekt is met sneeuw en ijs. Hier lopen voelt alsof je over een hoog touw balanceert. Daarna volgt een korte, maar pittige afdaling naar een smalle bergkam, de Glocknerscharte. Rechts zie je de indrukwekkende Pallavicinirinne. Dit is een bijna verticale ijsgeul die in 1876 voor het eerst werd beklommen door Alfred Graf von Pallavicini. Zijn drie berggidsen Johann Kremser, Georg Bäuerle en Josef Tribusser moesten hiervoor duizenden treden hakken in de tot 55° steile ijswand.

Het moeilijkste deel van de route onder de bergtop van de Großglockner
Het lastige stuk van de route, net onder de top van de Großglockner.

Net als de Glocknerleitl is ook de Pallavicinirinne tegenwoordig sterk uitgesleten. Vroeger was dit een klassieke ijsroute, maar deze wordt in de zomer nauwelijks nog beklommen. Na het oversteken van de bergkam volgt de technische sleutelpassage van de route. De rots is stevig en biedt een uitstekende grip. Als je nog energie hebt, kunt je echt genieten van de laatste meters naar het Gipfelkreuz op 3.798 meter hoogte. Hier komt ook de Stüdlgrat uit. Dit is een moeilijkere route dan de normale route, met klimpassages tot graad III. Nog uitdagender is de noordwestgraat-route (IV+), die vanaf de Glocknerwand omhoog voert.

Gipfelkreuz op de Großglockner
Op de top: de beklimming van de Großglockner is geslaagd.

Afdaling via de route van de eerste beklimmers

Welke route je ook kiest voor de beklimming, de normale route die ik hierboven heb beschreven, is geschikt voor de afdaling. Het is de makkelijkste weg naar beneden. De route is relatief kort en je bereikt een berghut op 300 meter onder de top. Vanaf de Adlersruhe zijn er meerdere goede afdalingsmogelijkheden.

Als je nog genoeg energie hebt, is de “Weg der Erstbesteiger” een aanrader. Deze route is niet zoveel moeilijker dan de in dit artikel beschreven route via de Ködnitzkee,maar deze biedt wel meer afwisseling en prachtige uitzichten. Je daalt in zuidoostelijke richting af over puin, sneeuw en ijs naar de 3.182 meter hoge Hohewartscharte. Staalkabels en ijzeren pinnen helpen je door de steile flank naar de morenenvan een lang geleden gesmolten gletsjer. Op 2.644 meter bereik je de Salmhütte, een uitstekende plek om even uit te rusten. Je kunt ook nog een uur verder wandelen over goed gemarkeerde, eenvoudige bergpaden naar de bijna even hoge Glorerhütte (2.642 meter). Vanaf daar is het nog 700 hoogtemeters afdalen naar het startpunt bij het Lucknerhaus. Dan zit het erop en heb je een van de mooiste tochten door het oostelijke deel van deAlpen volbracht.

Voorwaarden voor de beklimming van de Großglockner

Voor de beklimming van de Großglockner heb je het volgende nodig:

  1. Een goede tred: ervaring en een goede looptechniek.
  2. Ervaring met stijgijzers en klimmen tot moeilijkheidsgraad II. Vaak beklim je rots gedeelten met stijgijzers, dus je moet hier goed mee overweg kunnen.
  3. Een bovengemiddelde conditie. Je stijgt ruim 1.000 hoogtemeters en daalt 1.900 meter af.

Goed om te weten:

  • Als je met een berggids op pad gaat, volstaat het om een goede tred te hebben, vrij te zijn van hoogtevrees en te beschikken over een goede conditie voor 1.000 meter stijgen en 1.900 meter dalen.
  • Zeer fitte bergbeklimmers kunnen de tocht ook als dagtocht maken vanaf de parkeerplaats bij het Lucknerhaus. In dit geval moet je in staat zijn om 1.900 hoogtemeters te stijgen én te dalen met voldoende reserves. Daarnaast zijn technische vaardigheden op rots en ijs vereist.

Beklimming van de Großglockner: een kleine samenvatting

Dorp in het dal: Kals am Großglockner

Beginpunt van de tocht: Lucknerhaus (bereikbaar via tolweg, met betaalde parkeerplaats)

Berghutten onderweg: Stüdlhütte, Erzherzog Johann Hütte, Salmhütte, Glorerhütte

Moeilijkheidsgraad: veeleisende tocht op grote hoogte, vanaf Stüdlhütte beklimming van 1.000 hoogtemeters (duur: 4 uur), 1.900 hoogtemeters afdaling (duur: 5 uur)

Deel dit bericht met andere bergvrienden

Bergfreund Christof

Ich habe mit 21 Jahren mein Hobby zum Beruf und bin seither als Bergführer in den Alpen und den Gebirgen der Welt unterwegs. Mit meinem Freund Wolfgang Pohl gründete ich vor über 30 Jahren die Berg- und Skischule VIVALPIN, die heute zu den renommierten Anbietern im Alpenraum zählt. Gemeinsam haben wir auch zahlreiche Lehrbücher zum Thema Bergsteigen veröffentlicht und viele, viele junge Berg- und Skiführer bis zur Staatlichen Prüfung ausgebildet.

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek de juiste producten in de Bergfreunde.nl shop

Dit zou je ook kunnen interesseren