Ein toller Blick über die Südkante des Ordesa.

De Pyreneeën: schoonheid met karakter

Inhoudsopgave

De belangrijkste feiten op een rij

  • De Pyreneeën liggen op de Spaans-Franse grens. De lengte bedraagt 450 km
  • De hoogste top van het gebergte is de Pico de Aneta (3.404 meter)
  • De meestvoorkomende gesteentes zijn kalksteen en graniet. In het zuiden van het gebergte zie je vooral kustachtige landschappen
  • Toeristisch gezien zijn vooral de drie nationale parken een hoogtepunt. Natuurlijk zijn ook de stuwmeren, de toegankelijke grotten en de historische tandradbaan een bezoekje waard
  • De beste periode om een reis naar de Pyreneeën te plannen, is tussen juni en september. Kies voor een reis met het vliegtuig, de trein of de auto
  • Je kunt overnachten in berghutten en herdershutten. Kamperen is ook mogelijk
  • In de Pyreneeën kun je wandelen, canyoning tochten maken, klimmen, mountainbiken, kajakken en skiën

Zijn de Pyreneeën niet meer een kleinere versie van de Alpen? Theoretisch gezien misschien wel, want het gaat in beide gevallen om geplooide gebergtes. Ze zijn ook beide ongeveer 50 tot 100 miljoen jaar geleden in het Tertiair gevormd. Bovendien waren ze tijdens de ijstijden allebei bedekt door gletsjers. Daarom zijn ze op dezelfde manier “hervormd”.

Zo geredeneerd kan de lange reis naar dit gebergte nauwelijks de moeite waard zijn. In werkelijkheid is het 450 km lange en tot 130 km brede hooggebergte aan de Frans-Spaanse grens allesbehalve een kopie. Alleen al de zuidelijkere ligging met het stabielere weer, vooral in Spanje, en het iets langere seizoen maken een groot verschil…

De Pyreneeën in het kort

De vermoedelijke naamgever is volgens de Griekse en Romeinse literatuur Pyrene, een figuur uit de Griekse mythologie. De Pyreneeën zijn verdeeld in de westelijke of Atlantische Pyreneeën, de hoge of centrale Pyreneeën en de oostelijke Pyreneeën. De grens in het westen met het Cantabrisch gebergte is vloeiend, maar kan ruwweg worden getrokken langs de lijn Pamplona – San Sebastián.

Als het alleen om de hoogte zou gaan, zouden de Pyreneeën met hun 3.404 meter bij Pico de Aneto geen concurrentie zijn voor de Alpen. Er zijn bovendien nog een aanzienlijk aantal andere toppen van drieduizend meter, namelijk zo’n 200. De hoogste daarvan zijn nog steeds vergletsjerd aan de noordkant, zij het in kleine restanten.

De charme zit hem niet in de kale feiten en cijfers, maar in de grote verscheidenheid aan prachtige landschappen die hier in een klein gebied samenkomen. De geologie heeft zelfs vulkanische sporen achtergelaten, bijvoorbeeld in het natuurpark Garrotxa in Catalonië. Daarbij komt nog de mediterrane flair, die bijzonder aantrekkelijk is voor Midden- en Noord-Europeanen en hier en daar voelbaar is in de lager gelegen, tegen het weer beschermde regio’s. Dit geldt natuurlijk vooral voor de oostkant, waar de uitlopers van de bergen bijna de Middellandse Zee ontmoeten.

Een andere bijzonderheid die de Alpen niet kunnen bieden, zijn de (half)woestijnlandschappen in de zuidelijke uitlopers, vooral in de autonome regio’s Aragón en Navarra.

Kalksteen en graniet zijn dominant

Het gebergte bestaat in het westen overwegend uit kalksteen. Maar in de centrale gebieden domineren verschillende soorten graniet. Van brede bulten zoals de Pico Posets tot ruige plateaus en riffen tot steile toppen zoals de Pic d’ Ossa, er zijn alle denkbare berg- en piekvormen. Daartussen liggen lieflijk-brede of diepe en steile valleien, ontelbare gletsjermeren en adembenemende afgronden en kloven zoals Ordesa en Añisclo. De bizarre rots- en erosieformaties zijn op veel plaatsen niet alleen fascinerend voor geologen. Ook de contrasten tussen de groene en alpine ogende noordkant en de steppe- tot woestijnachtige klimaten aan de zuidkant zijn fascinerend.

Van deze natuurlijke diversiteit kunnen we hier alleen maar een subjectief en incompleet beeld schetsen. Maar we vertellen je wel alles wat je moet weten over de tours en wandelingen die je in Pyreneeën kunt doen. Heb je zin om het zelf te ontdekken? Dan vind je aan het einde van dit artikel praktische reisinformatie.

Het nationale park Odesa bestaat uit diepe kloven en hoge bergtoppen
Het nationale park Odesa bestaat uit diepe kloven en hoge bergtoppen

Landschappelijke en toeristische hoogtepunten

Dat de landschappen erg mooi en divers zijn en de keuze dus groot is, moge duidelijk zijn. Je kunt in principe overal starten en teleurstellingen zijn vrijwel uitgesloten. Je kunt de drie nationale parken als uitgangspunt nemen, want ze zijn alle drie even mooi en bijzonder.

Aan de Franse zijde bevindt zich het enorm populaire Parc National des Pyrénées dat 457 km² groot is. Het kronkelt langs de grens tussen de westelijke en centrale Pyreneeën als een smalle band van ruim 100 kilometer lang.

In Spanje kun je kiezen uit twee kleinere nationale parken: Ordesa y Monte Perdido en Aigüestortes i Estany de Sant Maurici. Met een grootte van 156 km² is het in 1917 opgerichte Ordesa het oudste nationale park van Spanje. Het herbergt een unieke flora en fauna en fascineert door een uniek landschap met diepe kloven en hoge bergtoppen. Naast de Ordesa-kloof en de Monte Perdido behoort de kleinere, maar niet minder spectaculaire kloof van Añisclo tot de landschappelijke hoogtepunten. Aan de noordzijde van de Monte Perdido bevindt zich het reusachtige keteldal Cirque de Gavarnie, een ander highlight van de Franse Pyreneeën.

Het nationale park Aigüestortes is opgericht in 1955 en is ideaal voor bergtours. Ook hier is het unieke landschap van bergmeren, beekjes en watervallen tussen steile granieten bergen fascinerend. Aigüestortes betekent dan ook zoiets als ‘verstrengelde wateren’. Het plateau van het Colomers-meer en de machtige symbolische berg Encantats (zie toertips) zijn absoluut een bezoek waard.

Deze parken zijn natuurlijk ook toeristenmagneten waar het tijdens het hoofdseizoen op de hoofdroutes behoorlijk druk kan worden. Gelukkig is het toeristische verkeer meestal erg geconcentreerd, waardoor er genoeg zijpaden te vinden zijn die minstens net zo mooi zijn als de hoofdpaden, maar wel veel rustiger.

Hoge toppen domineren het landschap

Naast de nationale parken behoren talrijke bergmassieven en bergtoppen tot de hoogtepunten. Bij de bergen valt de Pic du Midi d’Ossau op, de vrijstaande westelijke hoeksteen van het Parc National des Pyrénées. Hoewel deze stronk van een voormalige vulkaan ‘slechts’ 2.884 meter hoog is, is het één van de symbolische bergen van Frankrijk en de Pyreneeën. Veel hoger en massiever is de Vignemale met zijn 3.298 meter. Deze reus ligt in het midden van de grens en wordt beschouwd als één van de hoogtepunten van de Pyreneeën vanwege de vele moeilijke beklimmingen en de prachtige omgeving.

Twee bijzondere bergtoppen uitde categorie ‘klein maar fijn’ zijn de karakteristieke, gebogen plateauberg Castillo de Acher (2384 m) in het oosten die doet denken aan de legendarische Mont Aiguille en de opvallende dubbele piek van Pedraforca (2506 m) in het Catalaanse westelijke deel.

De Pic du Midi d'Ossau biedt een adembenemend uitzicht
De Pic du Midi d’Ossau biedt een adembenemend uitzicht

Bij de bergmassieven behoren de drie hoogste – Maladeta (tot 3.404 m), Posets (tot 3.375 m) en Monte Perdido (tot 3.355 m) – zonder twijfel ook tot de mooiste.

Tot de markantste en mooiste bergpassages behoren de onmiskenbare toegangspoort van de Brèche de Roland (2807 m) en de wilde Brèche de Tuquerouye (2668 m) waar een bivakhut staat. Beide liggen op de landsgrens en in het Monte Perdido-massief.

Een absoluut toeristisch hoogtepunt is de 2.877 meter hoge Pic du Midi de Bigorre. De top die te bereiken is met een kabelbaan ligt in Frankrijk, ongeveer 30 kilometer ten noorden van de grens, niet ver van het beroemde bedevaartsoord Lourdes. Het uitzichtplatform van 750 m² opent op heldere dagen een panorama van meer van de helft van de totale hoofdkam van de Pyreneeën. Het herbergt bovendien een belangrijk astronomisch observatorium, dat ook voor toeristen toegankelijk is.

Stuwmeren behoren tot het landschapsbeeld

Aan de Spaanse kant zijn er meerdere stuwmeren die ondanks hun niet natuurlijke oorsprong landschappelijke bezienswaardigheden zijn. De Embalse de Mediano is daar een voorbeeld van, net zoals de twee stuwmeren Embalse de Lanuza en Embalse de Bubal in de uitzonderlijk mooie vallei van de Río Gállego. Ze liggen alle drie aan de voet van het centrale deel van de Pyreneeën, in de provincie Aragón. De regio’s aan de zuidkant, waarvan sommige erg droog zijn en in de regenschaduw liggen, herbergen andere verbluffende landschappen, waarvan sommige meer doen denken aan het zuidwesten van de VS dan aan Europa. Het Bardenas Reales natuurreservaat in het zuiden van Navarra is hier een ietwat afgelegen, maar typisch voorbeeld van.

De lijst van landschappelijke en toeristische attracties kan nog worden aangevuld met het Vall Nuria met zijn historische tandradbaan, de grottenstelsels, waarvan sommige zijn ingericht voor het toerisme, en nog veel meer. Maar dan zou dit artikel een boek moeten worden.

Een prachtig uitzicht op het stuwmeer Embalse de Vadiello. Foto: Alf Lange
Een prachtig uitzicht op het stuwmeer Embalse de Vadiello. Foto: Alf Lange

Wandelen in de Pyreneeën

Vanwege het grote aantal aantrekkelijke landschappen en bergen is er veel keuze aan tours en routes in alle regio’s, hoogtes, lengtes en moeilijkheidsniveaus. Veel tours in de buurt van het dal naar watervallen, alpenweiden of bergmeren zijn geschikt voor beginners en gezinnen.

Daarom en dankzij de goede mix van bereikbaarheid en wilde natuur zijn de Pyreneeën een ideaal terrein voor bergvrienden. De infrastructuur biedt ook een goed evenwicht: compact genoeg om al het moois toegankelijk te maken, maar ook weer niet zo fijnmazig dat de wilde natuurgebieden worden verstoord.

In de belangrijkste toeristische gebieden hebben de Pyreneeën een vergelijkbare goede infrastructuur als de Alpen, maar daartussen is het veel minder bebouwd. Vooral aan de Franse kant rond Andorra zijn er nog hele stukken land die, afgezien van eenzame bergpaden, ongerept lijken.

Wegen en paden zijn aangegeven op wandelkaarten, meestal bewegwijzerd of gedeeltelijk bewegwijzerd. Hoewel de bewegwijzering en markeringen nogal onopvallend zijn en vaak gemaakt zijn van natuurlijke ‘bouwmaterialen’, zijn ze goed ontwikkeld in vergelijking met andere Zuid-Europese regio’s. De paden zijn vaak minder uitgesproken dan in de Alpen. Toch is het er niet per se moeilijker om je te oriënteren, omdat er niet zoveel kruisingen en zijpaden zijn die voor verwarring kunnen zorgen.

In de Pyreneeën vind je veel beheerde en onbeheerde berghutten. Als je het liever avontuurlijker en goedkoper wilt, kun je er ook gewoon op uittrekken met een tent en proviand. Onderaan vind je hier meer informatie over.

Wandelingen en bergtours: 7 tips

1. Refuge d’Ayous (1970 m, T2)

De berghut ligt aan een schilderachtig bergmeer in een droomlandschap in het Franse Nationaal Park van de Pyreneeën, bekroond door de majestueuze Pic du Midi d’Ossau. De heen- en terugtocht is gemakkelijk in één dag te doen vanaf de wandelparkeerplaatsen bij het stuwmeer van Bious-Artigues. Een overnachting is aan te raden om het landschap intenser te ervaren. Je kunt dan een vijf uur durende rondwandeling naar de hut maken.

2. Valle Ordesa, zuidelijke hoek

Deze tour biedt het beste uitzicht op de kloofachtige trogvallei van de Valle Ordesa. In plaats van het veelgebruikte pad door de valleibodem te volgen, loop je hier langs de zuidelijke rand van de afgrond – met een adembenemend uitzicht! Je start in het idyllische Torla en volgt aan de oostelijke kant van het dal het steile wandelpad of de bosweg omhoog naar het klooster Santa Ana en de twee uitzichtpunten Mirador del Rey en Mirador de Punta l’Acuta. Vanaf hier gaat de route verder langs de zuidelijke rand van de Valle Ordesa op een hoogte van ongeveer 2.100 tot 2.200 meter.

Het laatste derde deel leidt over een beeldschoon bergpad naar de beheerde hut Refugio Goriz. We raden je aan om daar te overnachten, want de tocht is erg lang (8-10 uur) met een terugweg via de Valle Ordesa vallei wandelroute. De hut is ook het startpunt voor de normale route naar Monte Perdido (3355 m, ~T3), een tour die zeer de moeite waard is, maar tijdens de zomer ook erg druk is.

3. ‘Insidertip’ Tozal del Mallo (2254 m, ~T4)

De Tozal del Mallo is een echte blikvanger in Valle Ordesa. Hoewel het boven de vallei uitsteekt als een machtig en gedurfd rotsrif, hebben maar weinig wandelaars het ‘op hun radar’ als een toegankelijke bestemming. De unieke top is goed te bereiken voor ervaren bergvrienden zonder klim- of andere uitrusting. Vanwege het gebrek aan online beschrijvingen heb ik de tour met GPX-track gemaakt. Daar worden secties gecategoriseerd als ‘zeer gevaarlijk’. Maar daarbij gaat het alleen om het steenslag- en klauterterrein in het middelste gedeelte, dat gebruik van je handen en concentratie vereist. De tour volgt overal wandelpaden en bergpaden en er is geen verhoogd risico op vallend gesteente.

4. Cirque de Gavarnie wandeling of tour/ (T1-T2)

Het Cirque du Gavarnie is een grandioos rotsamfitheater waar in het midden een waterval de diepte in stort. Vanuit het dorp Gavarnie met zijn restaurants en bezoekersparkeerplaatsen kun je het benaderen via een gemakkelijk wandelpad beneden in de vallei of via het wandelpad over het plateau van Bellevue. De paden kunnen ook worden gecombineerd tot een tocht die echt de moeite waard is. Eenzaam is het hier zelden.

5. Forau d’Aigualluts en Coll de Toro (T2)

Deze makkelijke wandeling in het Maladeta massief leidt door de beeldschone Esera vallei naar de wild bruisende Aigualluts waterval en het pittoreske bergmeer bij Coll de Toro. De hoogste berg in de Pyreneeën, de Pico de Aneto, met zijn vergletsjerde noordwand, begroet je vanaf de andere kant van de vallei.

6. Cascade d’Ars (T2)

Minder bekend en bijna een insidertip is deze waterval in Frankrijk, vlakbij Andorra. Een bezoek aan dit juweeltje is zeker de moeite waard en kan gemakkelijk worden gedaan als onderdeel van een wandeling van een halve dag. De route begint bij een haarspeldbocht op de landweg die het pittoreske dorpje Aulus-les-Bains in zuidelijke richting verlaat. De route volgt eerst een breed bospad en wordt dan steeds meer wortelachtig en steenachtig. Er is altijd een comfortabele helling. Het duurt ongeveer twee uur om de voet van de watervallen te bereiken. Heb je energie en zin om verder te gaan? Dan kun je het pad naar boven blijven volgen tot aan de bovenste rand.

De Cascade d'Ars is een echte insidertip. Foto: Alf Lange
De Cascade d’Ars is een echte insidertip. Foto: Alf Lange

7. Gran Encantat (2748 m, ~T4), symbolische berg van de Aigüestortes

Het markante Encantats-massief torent direct boven de oostelijke ingang van het nationale park uit en is daardoor snel te bereiken. De parkeerplaats en hut liggen direct onder de top, naast het prachtige bergmeer Estany de Sant Maurici. De top is echter gereserveerd voor ambitieuzere bergvrienden die niet terugdeinzen voor onbeveiligde klauterstukken. Een helm wordt aanbevolen voor de beklimming van Coll Dels Encantats.

Langeafstandswandelroutes

Net zoals de Alpen hun populaire doorsteekjes hebben, zijn de longitudinale traverses door het hele gebergte populair in de Pyreneeën. Er is een noordelijke en een zuidelijke variant. De GR10 (Grand Randonnée 10) loopt noordwaarts in Frankrijk, terwijl de GR11 (Gran Recorrido 11) de route aan de andere kant in Noord-Spanje aflegt. Tussen deze twee routes volgt de grensoverschrijdende Haute Randonnée Pyrénéenne (HRP) de hoofdkam van het gebergte. Natuurlijk kun je je ook beperken tot afzonderlijke stukken of op verschillende passen wisselen tussen de routes.

Wat is er nog meer te doen in de Pyreneeën?

Wat berg- en avontuursporten betreft, wordt in de Pyreneeën vrijwel alles op hoog niveau beoefend. Een specialiteit is canyoning, in Spanje bekend als barranquismo, dat hier als het ware is uitgevonden. De geboorteplaats van deze extreme sport ligt in de Sierra de Guara, een zuidelijke uitloper in de buurt van de Aragonese provinciehoofdstad Huesca. In de Sierra de Guara ligt ook het beroemde sportklimgebied Rodellar.
Dankzij de vele meren en bergrivieren zijn alle denkbare watersporten mogelijk, van rafting tot kajakken. De Río Ara, die ten zuiden van het Ordesa Nationaal Park stroomt is bijzonder populair bij kajakkers.
Ook mountainbikers vinden er trails en terreinen met verschillende moeilijkheidsgraden, net zoals skiërs en toerskiërs er eindeloze afdalingen vinden. De Pyreneeën zijn ook een perfecte bestemming voor motorrijders. Als je genoeg hebt van bergen en natuur kun je jezelf trakteren op een culturele afwisseling tijdens excursies naar Lourdes of Pamplona. Kortom, er is zo’n beetje alles, behalve gletsjertours en vulkaantoerisme.

Reisinformatie over de Pyreneeën

Reizen naar de Pyreneeën

De snelste en soms ook de goedkoopste manier om naar de Pyreneeën te reizen is met het vliegtuig. Vanuit Nederland zijn er directe vluchten naar Toulouse, Barcelona en Bilbao. Voor andere bestemmingen moet je meestal in Parijs overstappen. Een andere goede optie is reizen met de trein. Via Parijs kun je vrij snel naar bestemmingen in Zuid-Frankrijk reizen. Je kunt ook met de goedkopere Flixbus naar Catalonië reizen, maar de reis door Frankrijk duurt dan veel langer en is meestal niet erg comfortabel.

Als je met de auto reist kun je je reis het beste over twee dagen verdelen en ter plekke genieten van het mobiel zijn. Het openbaar vervoer op de bestemming is geregeld zoals in de meeste bergregio’s: het is weliswaar aanwezig en je komt van A naar B, maar het is vaak lastig om te plannen en kost veel tijd.

Het bergdorp Torla leeft tegenwoordig vooral van het toerisme.
Het bergdorp Torla leeft tegenwoordig vooral van het toerisme.

Beste periode om te reizen

Het klimaat van de Pyreneeën is warm en vochtig, wisselvallig en verschilt per regio. Het zomerseizoen met goede omstandigheden voor toppen vanaf 2.500 m duurt van ongeveer begin juni tot eind september. Het klimaat is mild en vochtig in het noorden van Frankrijk en wordt heter en droger naar de Spaanse kant toe. In de hoogten aan beide kanten van de Pyreneeën kunnen op elk moment in de zomer zware onweersbuien voorkomen.

Accommodaties, berghutten, tenten

In de hele Pyreneeën, inclusief Andorra, zijn veel gezellige en idyllische berghutten te vinden. De prijzen voor accommodatie en maaltijden klimmen naar het Midden-Europese niveau. Als NKBV-lid ontvang je bijvoorbeeld tot 50% korting op je overnachting in een berghut van een van de Alpenverenigingen. Gemiddeld betaal je dan zo’n € 40 voor een overnachting in het kamp inclusief avondmaaltijd. Het NKBV-lidmaatschap of lidmaatschap van een andere Alpenvereniging is dus de moeite waard als je vaker huttentochten maakt. Vroeg boeken is aan te raden, vooral in het hoogseizoen (juli en augustus) en in de nationale parken.

Er zijn ook een flink aantal onbeheerde, eenvoudige berghutten die zijn uitgerust met  bedframes. Overnachten met eigen slaapzak en isomat is gratis. Aangezien reserveren niet mogelijk is, hangt het van het tijdstip af of de slaapplaatsen bij aankomst leeg of bezet zijn en een beetje geluk moet je natuurlijk ook hebben.

Voor de Pyreneeën is er een aanbevolen database met kaartzoekfunctie. Bijna alle hutten staan op deze Franstalige website. Ook de open, onbeheerde hutten vind je daar.

Kamperen in de Pyreneeën is gelukkig geen probleem. Er gelden wel verschillende, soms veranderende regels, afhankelijk van de regio en de status van het natuurgebied. Informeer je dus ter plaatse. Op grote hoogtes boven de 2.000 meter en op voldoende afstand van het dichtstbijzijnde dorp en de weg is het over het algemeen prima om voor een nacht een tent op te zetten. Alleen in het Nationaal Park Aigüestortes is het volledig verboden.

Wandelgidsen

De vier Rother wandelgidsen zijn standaardgidsen voor wandelaars en zijn verkrijgbaar in het Nederlands, Duits en Engels.

Deel 1, Spaanse centrale Pyreneeën: Panticosa tot Benasque, 70 tours incl. GPS-tracks

Deel 2, Franse centrale Pyreneeën: Arrens tot Seix, 58 tours incl. GPS-tracks

Deel 3, Catalaanse Pyreneeën en Andorra, 60 tours incl. GPS-tracks

Deel 4, Spaanse en Franse westelijke Pyreneeën, 53 tours incl. GPS-tracks

Kaarten

Gedetailleerde wandelkaarten met overzichten van hutten en wandelroutes vind je gewoon ter plaatse in outdoorwinkels, boekenwinkels en hotels.

Boven de gemeente Benasque torent de Pico Aneto uit.
Boven de gemeente Benasque torent de Pico Aneto uit.

Deel dit bericht met andere bergvrienden

Bergvriend Stephan

Toen ik acht jaar was las ik mijn eerste boek over de bergen. Het zorgde ervoor dat ik mijn speelgoedauto’s en lego totaal vergat. Mijn interesse voor de bergwereld is daarna alleen maar gegroeid.

Reageer

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ontdek de juiste producten in de Bergfreunde.nl shop

Dit zou je ook kunnen interesseren