“Ik wandelde mezelf naar mijn beste ideeën en ik ken geen gedachte zo drukkend waarvan ik niet kan wegwandelen”, zei de Deense filosoof Søren Kierkegaard ooit. Waar de bekende denker en vader van het existentialisme echter geen rekening mee hield, is dat wandelen zelf ook leed kan veroorzaken, namelijk wanneer je er een blaar van krijgt. En naast de algemene last ondervind je doorgaans ook felle pijn bij elke stap.
Blaren zijn kleine pretbedervers die een wandeltocht, een beklimming of een vakantie behoorlijk kunnen verpesten. Wat moet je dus doen als je plots last krijgt van een pijnlijk bobbeltje aan je voet? Hier zijn een paar kleine en hopelijk nuttige tips over hoe je de vorming van blaren kunt voorkomen en wat je moet doen als je er toch last van krijgt.
Wat is een blaar eigenlijk?
We hebben er allemaal al wel eens een gehad. Ik had mijn eerste onaangename ervaring met blaren na een eindeloos lange wandeling met school door het Frankenwald. De hele dag lang waren we door berg en dal gejakkerd en ‘s avonds had ik mijn eerste twee blaren aan mijn voet. Maar wat zijn blaren nu eigenlijk?
Een blaar – in dermatologische terminologie ook wel aangeduid met de Latijnse vertaling “Bulla” – is een met vloeistof gevulde holte onder de opperhuid. De holte is meestal zo groot als een erwt – tussen drie en negen millimeter – en wordt veroorzaakt door een overmaat aan druk in combinatie met gelijktijdige wrijving gedurende langere tijd.
De huid op de plaats in kwestie raakt beschadigd. Zo ontstaat een wondgebied en dus een trauma. De opperhuid (epidermis) komt los en daaronder stapelt zich weefselvocht op, ook wel lymfe genoemd. Hetzelfde gebeurt, maar dan op iets grotere schaal, wanneer we ons hoofd stoten. Het resulterende stoottrauma zorgt er ook voor dat weefselvocht zich opstapelt en het getroffen gebied een bult wordt.
Maar laten we het terug over blaren hebben. In tegenstelling tot brandblaren, die meestal worden veroorzaakt door een kortstondige thermische invloed, namelijk hitte, zijn blaren aan de voet afkomstig van mechanische factoren. Door de wrijving van sokken en schoeisel met de voeten, ofwel van het klimtouw of gereedschap met de handen.
De eerste tekenen van een blaar
Vaak kun je al handelen voordat de blaar er helemaal doorkomt. De ellende komt niet onaangekondigd. De eerste tekenen van blaarvorming zijn een lichtjes brandende pijn en beginnende roodheid op de plek in kwestie.
Als je die tekenen opmerkt, kun je ze vaak verlichten met een doodnormale pleister of, als je er geen hebt, met medische tape zoals Leukoplast en een schoon stuk zakdoek als padding ter verlichting. Zo wordt er minder druk uitgeoefend op de wond, neemt de pijn af en wordt de blaar in het beste geval van meet af aan voorkomen.
Ik heb een blaar, wat nu?
Zodra de blaar er is, geldt rust als de beste behandelingsmethode. Ontlast je voet, trek je sokken en schoenen uit en spaar gedurende enkele dagen de zones in kwestie. In de overgrote meerderheid van de gevallen is dat echter niet zomaar mogelijk, omdat deze vervelende verdikking niet alleen aan het einde van tochten optreedt.
Als je nog een eindje te gaan hebt, moet de blaas ontlast worden. Doe eerst een pleister op de bulla. Er bestaan speciale blarenpleisters die flexibel zijn en zich aanpassen aan zelfs de grilligste vormen van de voet, een goede hechtkracht hebben en de blaar beschermen tegen externe invloeden. Maar een gewone pleister werkt meestal ook prima. Doe daarnaast het liefste lichte, open schoenen aan, zodat de wrijving op de wond tot een minimum wordt beperkt. Bij zomerse temperaturen kun je je voeten het beste trakteren op een wandeling zonder sokken in luchtige sandalen, als je last hebt van blaren.
Als dat geen optie is, knutsel dan een pleister met een softspot ineen. Dat klinkt ingewikkelder dan het eigenlijk is: neem een pleister en knip een gat in het midden ter grootte van de blaas met een scherpe, fijne schaar. Plak de pleister zo op de wond dat het uitgesneden gedeelte net boven de wondzone zit en de blaar dus blootligt. Als de blaar hoger komt dan de pleister eromheen, herhaal het proces dan met nog een pleister. Plak die boven op de eerste, totdat de pleister even dik is als de blaar. Bedek tot slot de pleisterconstructie met een laatste pleister. Dat biedt een optimale bescherming tegen druk en wrijving en verlicht tegelijkertijd de pijn.
Moet je een blaas openprikken?
Dan rest nog de beslissende vraag van het openprikken, want de met vloeistof gevulde lastpak is verschrikkelijk vervelend. De blaar openprikken lijkt verleidelijk, want de gespannen huid en het weefselvocht zelf oefenen druk uit op de wond. Toch moet je aan de drang weerstaan om in de bulla te prikken. Waarom? Simpelweg omdat zich onder de opperhuid de onbeschermde, beschadigde onderhuid bevindt. Het risico dat vuil en bacteriën er zich ophopen is enorm. En onder de losse huid die overblijft, waar het warm en vochtig is, voelen ziekteverwekkers en dergelijke zich helemaal thuis. Kortom, als je blindelings in de blaar prikt, raakt de wond snel ontstoken.
Als je niet de kans hebt om je voeten rust te gunnen, van schoenen te wisselen of een pleister met een softspot te maken, kun je eventueel in de blaar prikken om de druk van het vocht te verlichten. Je moet daarbij vooral hygiënisch te werk gaan om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden. Ontsmet het gebied rond de wond grondig, bij voorkeur met een ontsmettende spray of alcoholdoekjes. Gebruik een steriele naald of een dunne canule om de blaar open te prikken. Een naald uit je naaidoos is geen goed idee. Zelfs desinfectie door vuur of heet water is niet voldoende, omdat de naald dan nog altijd niet 100% steriel is door mogelijke verontreinigingen.
Prik een kleine opening in de onderkant van de blaas, zodat de lymfe eruit kan vloeien. Oefen indien nodig wat druk uit met een steriel wattenstaafje, waarmee je ook de vloeistof kunt absorberen. Dek de wond vervolgens af met een blarenpleister of een licht wondverband, en klaar is kees! Haal nooit de huid eraf, die over de opengeprikte blaar ligt. Ten eerste doet dat ontzettend veel pijn en ten tweede is de wond eronder zo volledig blootgesteld en geneest ze moeilijk.
Als er na één of twee dagen geen sprake is van verbetering en genezing, en de wond in tegendeel steeds pijnlijker wordt, de huid eromheen rood begint te worden en er zich pus vormt, dan is de wond ontstoken. Zelfmedicatie is in dat geval geen goed idee. Ga liever meteen naar de dokter. In het ergste geval kan een ontstoken en onbehandelde wond leiden tot bloedvergiftiging.
Hoe je blaarvorming voorkomt
Intussen weten we alles over de aard, de ontwikkeling en de behandeling van bulla’s, maar hoe kunnen we vermijden dat het zover komt? De eenvoudigste manier zijn gewoonweg comfortabele sokken en vooral gemakkelijke en goed passende schoenen. Zoals gezegd ontstaan blaren door druk en wrijving.
Als je een lange tocht of wandeling op de planning hebt staan, voorzie dan altijd comfortabele uitrusting voor je voeten. Voor je sokken moet je proberen om materialen te vermijden die tegen je voeten schuren. Een licht, functioneel materiaal is beter dan ruw katoenweefsel. Een dunne functionele sok onder je wandelsok dragen vermindert ook de wrijving en zorgt er tegelijkertijd voor dat je voet stevig in de schoen zit.
Het is ook belangrijk om te onthouden dat zelfs als je nieuwe schoenen heerlijk zitten als je ze voor het eerst past, je ze altijd moet inlopen voor het eerste echte gebruik! Dat klinkt misschien banaal, maar vaak wordt het vergeten. De juiste veters kunnen ook helpen. Als je schoenen te los zitten, zitten je voeten niet goed in de schoenen, wat blaarvorming in de hand werkt.
Last but not least: gun je voeten af en toe wat rust. Laat ze ademen als je een pauze maakt en trek gerust eens je schoenen en sokken uit. Dat doet vaak wonderen.
Zitten je schoenen comfortabel en heb je ze ingelopen? Worden je voeten zacht omhuld door sokken die niet schuren? Dat is al het halve werk. Maar mocht je toch last krijgen van een pijnlijke blaar, dan hoop ik dat mijn tips over de bulla je een beetje kunnen helpen.