5.895 m – voor velen is het een droom om ten minste één keer in hun leven op de Kilimanjaro te staan. Bij mij kwam deze gedachte eigenlijk spontaan opzetten, na mijn studie. Want dan heb je voor het eerst tijd, mits je direct moet beginnen met een universitaire studie of nieuwe baan. Daarbij was de laatste beslist niet zo’n slechte keuze geweest. Destijds kostte een beklimming, met alles erop en eraan, namelijk al gauw zo’n 3.000 euro. Denk daarbij aan de vliegreis, hotel, kosten voor het Nationaal Park, gidsen, aansluitende safari … the list goes on.
Een andere, niet onbelangrijk deel van deze kosten: de gehele uitrusting die voor een dergelijke beklimming noodzakelijk is. Ik heb daarbij behoorlijke missers gemaakt. Niet alleen omdat ik plotseling geen kleingeld meer had, maar ook een gebrek aan kennis en ervaring. Deze ervaring wil ik hier graag doorgeven. Hiermee hoop ik een aantal aankomende beklimmers van de Kilimanjaro nuttige informatie mee te geven voor deze reis.
De Kilimanjaro – het hoogste bergmassief van Afrika
De grootste uitdaging voor mens en materiaal van deze schitterend gevormde vulkaan is ongetwijfeld de niet te onderschatte hoogte. Zo moet je niet alleen je lichaam naar een hoogte van bijna 6.000 m zien te brengen. Je passeert daarbij ook vijf volledig verschillende klimaatzones:
- cultuurbos voor landbouwdoeleinden
- bergregenwoud vanaf 1.700 m tot aan de boomgrens
- de alpine zone begint vanaf ongeveer 2.800 m en loopt eerst door grasland en een met heidestruiken bezaaid steppegebied
- vanaf 4.000 m vindt een geleidelijke overgang plaats naar het zogenoemde hoogland bergwoestijn tot bijna 1.000 m onder de top. Het landschap is hier kaal en steenachtig, met grote uitschieters in dag/nacht temperaturen
- de eigenlijke topzone bevindt zich in de arctische zone, d.w.z. waar sneeuw, gletsjers en bergkraters de scepter zwaaien
Een geschikte route uitzoeken

Nu loop je natuurlijk niet regelrecht naar de top. Dat zou voor de niet-geacclimatiseerde Midden-Europeaan gewoon niet haalbaar zijn. In plaats daarvan volg je in etappes je uitgezochte route omhoog. Vervolgens weer een stukje naar beneden, de volgende dag weer verder omhoog, enz. Geheel vrij volgens de Tanzaniaanse uitdrukking “pole, pole” (langzaam, langzaam). Zo baan je je een weg in vijf tot negen dagen naar de Uhuru Peak. Daarbij zijn vooral de langere routes ideaal. Niet alleen vanwege hun landschappelijke diversiteit, maar ook omdat ze in twee opzichten veel betere acclimatiseringsmogelijkheden bieden.
Wij hebben gekozen voor de destijds minder populaire 7-daagse tocht via de Machame-route, de zogenaamde Whiskey-route. Deze is lichamelijk misschien iets zwaarder, want langer (en ook iets duurder). Maar daar tegenover staat dat je meer kans hebt om ook daadwerkelijk de top van de Kilimanjaro te bereiken. Dit is uiteindelijk ook 9 van de 10 leden van onze groep gelukt.
Uitrusting? Ja, maar wat precies?
Tijdens een overnachting op de bergtop kwam ik er te laat achter wat ik anders had moeten doen. De een zal zeggen ’typische beginnersfout’, de ander ‘is toch duidelijk’. Toch zijn het juist dit soort fouten waar je het meeste van leert. En bij veel vragen die aan ons worden gesteld, draait het om deze punten:
- Hoe koud zal het worden? Welke kleding wordt aanbevolen? Denk hierbij niet alleen aan de regenwoudetappes. Denk vooral ook aan de dag dat je de top van de Kilimanjaro bereikt.
- Wat is de comforttemperatuur die mijn slaapzak moet hebben? Welke isomatten zijn er?
- Hoe zit het met tenten en verzorging?
- En last but not least: drinkflessen of drinksysteem?
Natuurlijk zijn dit slechts enkele van de vragen die je jezelf moet stellen bij de voorbereiding van je tocht. Het beantwoorden van deze vragen is echter niet altijd zo gemakkelijk. Daarom wil ik graag een aantal oriëntatiehulpmiddelen geven die het leven voor mij persoonlijk gemakkelijker zouden hebben gemaakt. Dit is natuurlijlk mijn persoonlijke visie, dus ik beweer niet dat mijn lijstje volledig is.
Welke kleding moet mee? Wat is ‘nice-to-have’?
Een blik op mijn paklijst maakt vooral één ding duidelijk: draag laagjes (volgens het uienprincipe) en neem niet teveel mee! Een paar merino T-shirts, een paar merino longsleeves (materiaaldikte 200 g/m²) en een windstopper-softshelljas. Daarbij een trekkingbroek met afneembare broekspijpen. Dit is de basis en hiermee kun je de eerste dagen probleemloos uit de voeten. Vooral merinokleding droogt snel en stinkt niet zo erg. Een groot pluspunt voor overnachtingen in de tent.
Bij de overgang van 3.000 m naar de deels door de wind geteisterde hoogland bergwoestijn wordt het spannend. Hier biedt de vegetatie nog maar weinig beschutting. Je bent hierdoor hulpeloos overgeleverd aan de wind en misschien zelfs aan regen. In ieder geval raad ik winddichte bovenkleding aan en een buff. Deze kun je over je gezicht trekken als dat nodig is. De (lichte) regenjas moet daarbij binnen handbereik worden opgeborgen in je tourrugzak.
Schoenen!
O ja, dat zou ik bijna vergeten, de schoenen… Vaak wordt mij gevraagd of die stijve bergschoenen wel geschikt zijn voor de Kilimanjaro. Mijn antwoord is: nee. Een goed paar (ingelopen!) enkelhoge wandelschoenen van de categorie B zijn volgens mij uitstekend geschikt. De hele beklimming is eigenlijk één lange trektocht omhoog is. Vooral de afroleigenschappen, het comfort en het ademende vermogen van de schoenen moeten dus goed zijn. Voor mezelf vind ik een paar Hanwag Banks GTX ideaal. Wie bovendien nog langer in het land blijft, bijvoorbeeld voor een safari, moet naast 3-4 paar sokken inpakken. Denk ook aan een extra paar lichte, luchtige schoenen.
En dan, om het verhaal helemaal rond te krijgen, het allerbelangrijkste: alles boven de 4.000 m. Hier heb ik echt de grootste fout gemaakt. Ik had geen donsjack gekocht omdat ik te weinig geld bij me had. En dit zou me dan weer op de laatste avond zelfs flink duur komen te staan. En dit voordat we naar de top gingen en op weg naar Uhura Peak. Ik worstelde mezelf in een lachwekkende combinatie van T-shirt, longsleeve, fleecejack, nog een fleecejack, windjack en een extra hardshelljack al klappertandend naar de top. Terwijl de anderen heerlijk konden wegkruipen in hun comfortabele donsjacks. Neem dus een donsjack mee. Dat hoeft niet meteen een van die 800 euro dingen te zijn, waarin je eruit ziet als een Michelin-poppetje. Maar kies toch wel minstens voor een exemplaar uit het middelste prijssegment. Ga voor een enigszins kleine pakmaat en voor een vulkracht van 650 tot 700 cuin. Deze zal korte metten maken met het koukleumen.
Nog meer tips
Nice-to-have is in ieder geval een lange onderbroek als je op de Kilimanjaro bent. Ook hier heeft een onderbroek van merinowol met 200 g/m² zich bewezen. Dit is in de slaapzak, maar ook onderweg naar de top, een absolute aanwinst. Voor wie het wil, kan ik ook een synthetische rok aanbevelen. Vooral ’s avonds, gezellig samen voor de tent met een heerlijk kopje thee in de hand, is dit extra comfortabel.
Wat tot slot accessoires zoals handschoenen en mutsen betreft, daar valt slechts weinig over te zeggen. Je moet ze in ieder geval niet vergeten. Een warme, comfortabele wollen muts onder je capuchon is een must. Denk ook aan een een paar winddichte handschoenen met Primaloft-voering bijvoorbeeld. Zo staat niets de laatste etappe naar het dak van Afrika nog in de weg. Behalve de enorme hoogte natuurlijk. Maar hier reageert ieder mens gewoon anders op. Mocht je symptomen van acute hoogteziekte vertonen, dan moet je dat niet te licht opvatten. Neem het zekere voor het onzekere. Laat de top in dit geval voor wat het is en zorg ervoor dat je gezond en wel weer naar beneden komt… Dit is uiteindelijk wat een klimmaatje uit onze groep is overkomen. Petje af voor deze beslissing. Daar is toch wel een flinke dosis moed voor nodig, maar wie weet wat er anders was gebeurd? Onze berggids heeft in ieder geval al een aantal keer meegemaakt dat hij en zijn gidsen mensen met zuurstofflessen de berg af moesten dragen.
Men moet zijn bed maken zoals men slapen wil…
Belangrijk zijn de keuze van de juiste slaapzak, slaapmat en tent.
Slaapzak
Over slapen gesproken. Mijn synthetische slaapzak van Mountain Hardwear met 1°C comforttemperatuur en een lakenzak van microvezels was weliswaar geen slechte keuze. Maar toch ongeschikt voor een koukleum. Wie geen risico’s wil nemen, kiest een synthetische slaapzak in het comfortgebied rond -2 °C of net daaronder. In de warmere gebieden (trefwoord: zweten; vochtigheid) kun je deze gewoon wat wijder open laten. Maar hoog op de Kilimanjaro zul je dankbaar zijn voor je warmtekraag.
Nu is natuurlijk de voor de hand liggende vraag waarom je dan niet meteen een donzen slaapzak meeneemt. In principe kan ik me daar wel in vinden, maar voor mij gaf de prijs de doorslag. Dons is nog lichter, biedt een beter isolerend vermogen in verhouding tot zijn gewicht en brengt het lichaamsklimaat beter in balans. Dit is vooral belangrijk bij de grote temperatuurverschillen op de Kilimanjaro tussen kamp 1 en kamp 5. Er hangt wel een flink prijskaartje aan. Uiteindelijk is dus de dikte van je portemonnee doorslaggevend. In beide gevallen moet je je oriënteren op de comforttemperatuur van -5 °C tot 0 °C. Voor bijzonder koude nachten hoog op de berg kun je een extra binnenslaapzak gebruiken.
Slaapmat en tent
Wil je de nacht niet meteen op een Therm-a-Rest Z-Lite Sol-vouwmat doorbrengen? Dan kun je ook een zelfopblazende slaapmat overwegen. Zelf heb ik een Exped SIM Lite UL 3.8 – een goed compromis tussen pakvolume, gewicht en isolerend vermogen. Met z’n R-waarde van 3,2 houdt hij je warm tot een buitentemperatuur van ong. -5°C. Ook hier kun je overwegen of je kiest voor een iets dunnere, maar lichtere mat. Je loopt dan wel het risico dat je het hoger op de berg bij lagere temperaturen of nachtvorst, behoorlijk koud kunt krijgen. Of omgekeerd: als je het zekere voor het onzekere wilt nemen, ga dan voor een matdikte van 4 – 5 cm.
De tenten (ik ken het eigenlijk niet anders) worden normaliter door de organisator geleverd en naar de individuele kampen vervoerd door de speciaal toegewezen dragers. Zo hoef je je in ieder geval geen zorgen te maken over dit punt.
Over verzorging en drinkwater
Ook al heeft dit weinig te maken met het onderwerp ‘by fair means’, maar ook het meeste voedsel wordt door de dragers naar de individuele kampen gebracht. Hoewel ik persoonlijk van mening ben dat ik alles wat ik op de berg nodig heb zelf mee naar boven en weer mee naar beneden neem, zijn de regels op de Kilimanjaro toch een beetje anders. Zonder de dragers kun je het hier wel vergeten. En misschien is dat maar ook goed ook. Het sterk gereguleerd toerisme op de Kilimanjaro is namelijk vaak de belangrijkste inkomstenbron voor veel Chagga’s. Zij kunnen op deze manier hun gezinnen onderhouden.
Kleinigheidjes voor tussendoor
In ieder geval hoef je je naast energierepen voor de afzonderlijke dagetappes geen zorgen te maken over trekkingvoedsel en dergelijke. Meestal is er een klein ontbijt en ’s avonds iets warms met aardappelen, vlees en rijst. Voor de kleine honger tussendoor zweer ik bij Clif Bar. Sommigen vinden dit te duur, en dat is begrijpelijk. Voor hen is dan de haverreep van Oatsnack een goed alternatief om uit te proberen. Dit zijn kleine energiebommen die goed smaken en niet te snel wegsmelten.
Mijn laatste punt betreft het drinkwater. Hiervoor een kleine vergelijking: Persoon 1 draagt een waterzak met een volume van drie liter in z’n rugzak. Persoon 2 een gewone drinkfles van 1 liter in z’n zijvak. Wie drinkt er meer of vaker? Het antwoord is duidelijk en behoeft geen verdere uitleg. Mijn drinksysteem van Camelbak heeft maar één nadeel. Eigenlijk was het meer een denkfout om geen isolatieslang mee te nemen. Dit had als resultaat dat ik de hele nacht onderweg naar de top aan een bevroren bijtventiel heb moeten knabbelen. Pas bij zonsopgang kon ik smachtend toezien hoe het water in de slang weer langzaam vanuit bevroren toestand in iets drinkbaars veranderde.
Lang verhaal kort, de watervoorziening op de berg is altijd goed en wordt verzorgd door de dragers. Dit betekent dat ik er zelf alleen maar voor hoef te zorgen dat ik elke dag mijn voorraden aanvul (minstens 3-4 liter water per dag zijn nodig en aan te raden voor een goede acclimatisering). Als je dan nog rekening houdt met het feit dat je water kan bevriezen bij temperaturen onder nul. En als je de juiste voorzorgsmaatregelen neemt, dan zit je aan de veilige kant. Zo zijn er voor de meeste drinksystemen geschikte winterkits met geïsoleerde slangen.
Wat moet je absoluut niet meenemen?
Er is veel informatie over wat je allemaal nodig hebt voor dergelijke bergtochten. Maar het is nog belangrijker om na te denken wat je juist allemaal niet nodig hebt! En er zijn heel wat dingen op de Kilimanjaro die zeker thuis kunnen blijven. Dit is mijn top 5 van spullen die je gewoon niet nodig hebt:
- zware bergschoenen (Categorie C-D) en meer dan 3 paar sokken
- alle typen gamaschen (zelf heb ik ze in ieder geval voor nop de hele tijd meegesleept. Maar ja, tegen het fijne vulkaanstof kunnen ook korte, lichte, ademende gamaschen helpen)
- meer dan één goede (afritsbare -> universele) trekkingbroek
- meer dan twee T-shirts, twee longsleeves, een fleece- en een donsjack
- mobieltje, smartphone enz. – op de berg is er geen ontvangst. Je kunt daarvoor in de plaats beter een goede camera en reservebatterij meenemen
Met deze lijst in het achterhoofd wens ik alle aspiranten een indrukwekkende beklimming van de Kilimanjaro toe.